Bij het MDO, dat een keer per jaar gehouden wordt, zijn altijd de 1e contactpersoon, de verpleeghuisarts en de evv’er aanwezig. Nu komt, als we net begonnen zijn, de huisarts ook binnen en schuift aan. Normaal gesproken is dat niet zo. ik weet ook niet precies waarom zij er bij komt, wellicht omdat wij (dochter en ik) een paar weken voor het MDO met de huisarts een gesprek hebben gehad en toen hebben aangegeven dat wij het in het MDO ook over de kwaliteit van leven van moeder wilden hebben.
De evv’er heeft het MDO goed voorbereid en bespreekt het zorgplan van moeder volgens de vier domeinen van verantwoorde zorg. Als we bij wonen en welzijn zijn aangekomen, komt het onderwerp roken ter sprake. Het blijkt dat moeder langzamerhand rookgevaarlijk wordt, ook voor haar omgeving. De huisarts stelt voor om nicotinepleisters te gaan proberen, “’s morgens er op en ’s avonds er af hè dame” (tegen de evv’er), “want ’s nachts rookt mevrouw niet”. Daarbij spreken wij af dat moeder haar sigaretten per stuk krijgt, dus niet meer een heel pakje tegelijk. Ik begrijp de verantwoordelijkheid van de instelling voor de andere bewoners en de medewerkers, maar heb er toch veel moeite me. Dat benoem ik ook, we gaan iemand (in dit geval mijn moeder) een basisgevoel van veiligheid afnemen. Voor de nicotinebehoefte zijn de pleisters, maar voor de basisbehoefte van moeder om zeker te weten dat zij genoeg sigaretten in huis heeft en geen pakje hoeft te gaan kopen, is dit een nare maatregel. De evv’er en ik spreken af het samen met moeder te gaan bespreken, dan weten wij allebei wat we gezegd hebben en hoe moeder gereageerd heeft. IK zal ook de stoel en de gordijnen van moeder inspuiten met brandvertragend middel en een extra rookmelder plaatsen op haar kamer.
Het MDO is op een dinsdag. Op vrijdag heb ik eerst een gesprek met de teamleider, vanwege mijn vrijwilligersactiviteiten. Daar vertel ik wat de evv’er en ik afgesproken hebben en hoe zwaar dit voor moeder zal zijn. ’s Middags kom ik er achter dat er al met de nicotinepleisters is gestart en dat de sigaretten zijn weggehaald. Moeder belt mij namelijk vreselijk boos op en zegt dat zij zelf de baas is en dat niemand voor haar kan besluiten dat zij geen sigaretten meer mag hebben. Ik mail meteen naar de evv’er en vraag haar, tamelijk boos, waarom zij zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Zij antwoordt dat zij dat graag had willen doen en dat dit ook met haar collega’s had afgesproken. De andere evv’er is desondanks toch “gewoon” begonnen. Ik mail ook naar de teamleider, ook omdat het de volgende dag zaterdag is wanneer er een minimale bezetting is en zij dus tobben met een zeer onrustige en boze cliënt.
Die zaterdag belt moeder mij verschillende keren op en zegt dat ze naar buiten gaat om sigaretten te gaan kopen. Ik bel meteen naar de afdeling en geef dit door en vraag hen extra aandacht aan moeder te besteden (hoorde ook bij de afspraak die wij bij het MDO gemaakt hebben). Dat doen zij gelukkig. ’s Zondags haal ik haar op. Zij is nog steeds boos en onrustig. In de week erna blijft moeder onrustig, zij belt mij vaak en dochter ziet op woensdag ook de onrust uit haar ogen spatten!
Nu gaat het beter, moeder rookt beduidend minder en belt mij bijna niet meer.
Met de teamleider heb ik nog een hevig mailcontact: zij geeft aan dat de evv’er toch het beste voor had met moeder, dat het voor niemand duidelijk was wat nu precies de afspraken waren en dat het toch goed gegaan was… Ik reageer meteen en schrijf dat er niet planmatig gewerkt is, dat de communicatie slecht is geweest en dat dit nu typisch een voorbeeld van kwaliteit van zorg was dat mijn vertrouwen in de medewerkers niet heeft versterkt, maar verminderd. Tot nu toe heb ik daar geen antwoord op gekregen…
Hanneke Ikking
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account