‘Zullen we even naar het toilet gaan, zullen we even wat gaan eten? Ik begrijp hoe u zich voelt, ik kan het mij voorstellen.’ Zo maar wat zinnen die dagelijks voorbijkomen op de werkvloer. Maar die eigenlijk verkeerd geformuleerd worden.
Dat werd maar weer eens duidelijk in de workshop die ik bijwoonde op het Nursing Event vorige week donderdag. Het ging over bejegening. De conclusie was dat een goede bejegening bij jezelf begint.
Het ging dus over dingen die wij als (leerling-)verpleegkundigen zeggen tegen onze patiënten. Zoals ‘Ik kom zo even bij u’. Maar wat is ‘zo’, riep een collega door de zaal. Dat zette mij even aan het denken. Want inderdaad: wat is ‘zo’? Over vijf minuten? Over tien minuten? Over een uurtje? Noem het maar op.
Ik heb het zelf ook wel eens gezegd op mijn stage. ‘Ja hoor mevrouw, ik kom zo bij u.’ Maar eigenlijk is het een vrij onduidelijke zin. Ik dacht er verder niet bij na. Mijns inziens staat het voor tien à vijftien minuten. Maar hoe moet mijn patiënt dat nou weten? En als hij over vijf minuten belt waar ik blijf, denk ik bij mezelf natuurlijk dat ik net heb verteld dat ik er zo aankwam. Irritatie!
Ik begrijp nu dat de communicatiefout niet aan de kant van de patiënt ligt maar bij mijzelf. Ik zeg onbewust dat ik er zo aankom in plaats van dat ik een duidelijke tijd aangeef. In de zaal bleek dat ook veel anderen het vaak zeggen.
Uiteindelijk wil je het natuurlijk zo duidelijk mogelijk aangeven. Je denkt er echter niet bij na. Daar wil ik verandering in brengen. ‘Ik kom over tien minuten bij u langs, wilt u misschien ook naar het toilet?’ Zó dat is al een stuk duidelijker.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account