De coronacrisis is een spiegel. We kunnen Nederland erin zien. Waar we voor staan. Wat we belangrijk vinden. En waar we weinig waarde aan hechten. De intensive care springt boven alles uit. Het is het heilige der heilige. Daar vechten de helden om levens te redden. We krijgen dagelijks een update in het achtuurjournaal over het aantal ic-opnames en hoeveel bedden er bezet zijn.
In het verpleeghuis vindt tegelijkertijd een stille ramp plaats. Kwetsbare ouderen sterven bij bosjes. Ze worden door elkaar besmet. En door het personeel dat niet beschikt over voldoende beschermingsmateriaal. Wie blijft leven sterft alvast een sociale dood, want bezoek is niet of nauwelijks welkom.
Medisch journaliste Aliëtte Jonkers omschrijft de situatie in het verpleeghuis als de zwartste bladzijde uit de coronageschiedenis. Iets waar we later met schaamte op terugkijken. Ik vrees dat die schaamte uitblijft. We vinden kwetsbare ouderen, en in het kielzog hun verzorgers, gewoon niet zo belangrijk als samenleving.
De verpleging kreeg een flink applaus bij aanvang van de coronacrisis. Sommige mensen plakten zelfs een poster voor hun raam: ‘Ik steun de verpleging.’ Tegelijkertijd, zo blijkt uit onderzoek van Pieterbas Lalleman, hebben verpleegkundigen nauwelijks invloed op de aanpak van de crisis. Verpleegkundige adviesraden dachten steeds meer invloed te krijgen. Een illusie. Toen de crisis uitbrak, bleef de deur van de bestuurskamer dicht, zelfs als er werd aangeklopt.
Zowel het applaus als de gesloten deur van de bestuurskamer zijn uitvergrotingen van wat we al wisten. Hoe luid waardering ook klinkt, het blijft gratuit. Van een groot applaus kan niemand de almaar stijgende huur betalen. En het leidt kennelijk ook niet tot meer invloed. Invloed die zich had kunnen vertalen in betere stervensbegeleiding, betere bescherming en meer oog voor kwaliteit van leven in instellingen.
Nu de crisis enigszins bezworen lijkt, gaan we de gewone zorg weer oppakken. Dat wordt een uitdaging, want volle wachtkamers en afdelingen kunnen voorlopig niet meer. Veel zorg zal op afstand geleverd moeten worden. Vooral door verpleegkundigen. Thuisbegeleiding, voorlichting: gaan we de invulling daarvan ook weer alleen aan artsen en managers overlaten?
Of nodigen we ons zelf uit met plannen? Gaan we ons best doen de zorg, die wij grotendeels verlenen, ook zelf te organiseren? Ik zou het gewoon proberen. Nee heb je, ja kun je krijgen. En als je niet mee mag meebeslissen terwijl je wel goede ideeën hebt, trek daar dan je conclusies uit. Je kunt de situatie accepteren. Daar is op zich niks mis mee. Maar je kunt ook ergens anders gaan werken als je tegen muren aanloopt. Ergens waar al je kwaliteiten wel tot bloei komen. Die plekken zijn er echt.
Buurtzorg is wat dat betreft een mooi voorbeeld. De oprichter, Jos de Blok, werkte ooit voor een zorgorganisatie waar managers steeds meer de dienst uitmaakten. Toen het niet lukte dat te veranderen vertrok hij en richtte zijn eigen zorgorganisatie op. Ik vind dat een inspirerend verhaal. Een mooi voorbeeld om te volgen.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account