Sandra probeert het ongrijpbare van het vak van verpleegkundige te beschrijven. ‘Dat wat ons trots maakt en ons tegelijkertijd de kop kan kosten.’
Ik lees een beschouwing van psycholoog, onderzoeker en auteur Dr. Ad Bergsma. Als onderzoeker schrijft hij: ‘Als een vak goed is ontwikkeld, zijn persoonlijke kwaliteiten van de beroepsbeoefenaar ondergeschikt aan de vakinhoud. Het gaat niet om wie de zorg verleent, maar om wat ze voor je doen’. Of je nou een urinekatheter krijgt bij een verpleegkundige uit Groningen of Amsterdam, het katheter wordt er niet anders van.
Bergsma wijst erop dat elke verpleegkundige reageert op complicaties volgens hetzelfde protocol. Dat katheter zal anatomisch juist worden ingebracht. Het enige verschil in deze handeling is de menselijkheid waarmee het katheter wordt geïntroduceerd. Daarin onderscheiden verpleegkundigen zich van elkaar. En is dat niet net waar diploma’s en salarisonderhandelingen nooit over gaan?
Bergsma noemt twee voorbeelden van verpleegkundig, professioneel uitblinken. Zo is er een bloedende patiënt. De verpleegkundige maakt zich zorgen, de patiënt zakt weg. Ze waarschuwt artsen, maar krijgt niet de orders die zij denkt dat nodig zijn. Tegen de opdrachten van de artsen in, legt ze een infuus aan en verhelpt ze eigenhandig de hypovolemie. Achteraf blijkt deze verpleegkundige (strafbare?) beslissing het leven van de patiënt te hebben gered.
In voorbeeld twee moet een angstige jongen worden beademd. Hij is zo in paniek van de ademondersteuning dat het effect heeft op zijn vitale functies. Een arts stelt voor om te sederen. Een verpleegkundige die de nadelen van die sedatie kent, gaat uren naast de jongen zitten. Zij legt geduldig uit, herhaalt almaar haar geruststellende woorden, waardoor de jongen uiteindelijk kalmeert. Deze investering levert zoveel op, dat lees je hier. Maar uren naast een patiënt zitten, niet luisteren naar een arts, dat brengt veelal vooral ook problemen met zich mee. Ander werk komt niet af, collega’s moeten dus harder werken. Straf dreigt als je als verpleegkundige artsenbeslissingen neemt. Ondanks levensredden en kwaliteitverbeteren.
En dat is nou juist het ongrijpbare van ons vak. Dat wat ons trots maakt en ons tegelijkertijd de kop kan kosten. Dat wankele lijntje dat mij het vak in trok, maar ook eruit deed stappen. Want ik wil wel trots, gaaf en heftig, maar niet zonder kop het leven door.
Beslissen wanneer je die arts tegenspreekt, commandeert of overrulet, dat leer je maar een beetje in je opleiding. Dat leer je vooral door elke dag in gesprek te zijn met die arts. In principe leer je op school zelfs hoe kwalijk het is als je niet luistert naar de arts. Hoezeer de Wet BIG vereist dat je handelt in opdracht van die arts. En logisch ook. Want we willen geen stunters en vingervlugge pistoolhelden in de zorg. Wij willen verantwoorde, verantwoordelijke zorgers.
Dus dat leren we. Terwijl iets anders soms de levens redt. Iets anders, ongrijpbaars, onrustigs, gevaarlijks, bijzonders. Iets dat verpleegkundigen allemaal begrijpen en anderen juist helemaal niet. Waardoor zij blijven spreken van ‘billenwassen’ en ‘verpleegsters’.
Bijna heb ik het concreet. Bijna kan ik het uitleggen. Dit is de waarde van de verpleegkundige. Maar mogelijk ook haar ondergang. Dat verwarrende contrast is precies wat ons vak zo waardevol maakt. En zo niet uit te leggen. Snap je?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account