Ik ben Sandra. Ik ben 1.68 meter en net geen 70 kilo’s zwaar. Ik heb een stel flinke billen. Dat komt door mijn enorme, allesverslindende mond.
Ik ben dan met mijn BMI van 24 nog net niet te zwaar. Ik leef wel flink ongezond. Fruit eet ik alleen tijdens dagdiensten. Ontbijten sla ik geregeld over. Ik lust graag patat, maar nog liever (en vaker) eet ik chocola. Ik snoep er naar lievelust op los, zeg maar.
Ik ben Sandra, een dichtslibbend wezen, een tikkende tijdbom. Ik weet het, maar verander het niet. Natuurlijk neem ik het mij geregeld voor. Dan gooi ik halve repen in de prullenbak. Dan dring ik mezelf kiwi’s op. Dan sport ik ineens fanatiek. Dat duurt dan een paar weken en dan hang ik ineens weer op de bank met energieremmende suikerproducten.
Ik ben Sandra. Ik ben verdorie verpleegkundige. Als iemand weet hoe het moet en wat mij kan gebeuren met deze gewoonten, dan ben ik dat. Toch eet, snoep en hang ik vrolijk verder. ‘Waarom?’ vraag ik mijzelf dan. Vind ik het leven niet leuk? Wil ik niet oud worden? Maar ik heb het antwoord niet. Ik doe het gewoon niet.
Mijn patiënte vreest longkanker. Haar longfoto is niet schoon. Spontaan zweert ze haar sigaretten af. 5 Dagen ligt ze sigaretvrij en trots in haar ziekenhuisbed. Op dag 6 wordt ze onrustig. Ze verveelt zich, knapt op, wil naar huis. En ze mist haar sigaretje. Ik bied rookstopondersteuning aan, maar die wijst ze af. Dit gaat ze op pure lijfkracht redden, zegt ze zelfverzekerd. Dag 7 mag mijn patiënte naar huis. Opgeknapt van een pneumonie. Opgelucht van longkankerloosheid. Ze belooft niemand dat ze niet meer rookt, zegt ze. Dat vindt ze betuttelend. Ze ziet wel. Ze rookt weer.
En diezelfde Sandra die zichzelf streng toespreekt op de bank, gooit al haar charmes in de strijd tegen de sigaretten van deze dame. Ik lach vriendelijk, spreek streng, leg uit dat ze naast kanker ook emfyseem of CVA’s kunnen veroorzaken. In een laatste poging, wijs ik deze mooi opgemaakte dame op haar huid en haren. Die zijn beiden een stuk minder mooi, tijdens roken. Maar daar heeft mijn patiënte een visagist en kapper voor, lacht ze mijn zorgen weg.
Stichting Sire biedt gratis witte pakjes Tolerantie® aan. Onze Nederlandse tolerantie is wereldberoemd, maar niet meer overal waar, zeg maar. Tolerantie. Een prachtig woord. Maar, net uitgesproken, klettert hij in duizend stukjes uiteen in het bevroren gras.
Zondag werd een grensrechter tijdens een spelletje voetbal doodgeschopt. Iedereen weet dat zoiets niet kan. Iedereen weet dat ‘maak hem af’ roepen al ontzettend fout is. Iedereen veroordeelt het roepen. En het schoppen helemaal. Toch gebeurt dit gewoon. Op een nat voetbalveldje. Op een zondag. In tolerant Nederland.
De IGZ pleit voor actieve leefstijlbegeleiding en preventie in plaats van herstelzorg. We moeten mensen leren dat gezond gedrag logisch is. Ik kijk eens om me heen. Op het voetbalveld. In het verkeer. In mijn ziekenhuis. In de spiegel. Zijn we nog te redden?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account