Onlangs werd Rudolf Poolman tijdens de ‘Toparts-verkiezingen’ van Mednet Magazine derde in de categorie ‘Beste orthopeed’. Door collega’s en bekenden werd hij uitgebreid gefeliciteerd met zijn uitverkiezing.
Dat ik de goede dokter uit het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam hier noem, komt door zijn reactie op Twitter. Telkens als hij in het zonnetje werd gezet, benadrukte hij dat goede zorg een teamprestatie is.
Persoonlijk vond ik dat uiterst sympathiek, niet in de laatste plaats omdat het waar is: goede zorg is een teamprestatie. Een uitstekend orthopedisch chirurg kan in zijn eentje immers onmogelijk de boel runnen. Hij heeft een operatieassistent nodig, een schoonmaker, een anesthesist, een paar verpleegkundigen, een medisch secretaresse, een fysiotherapeut, een apotheker, ga zo maar door. Al deze mensen zijn misschien wel net zo belangrijk voor het eindresultaat als de chirurg zelf.
Naast een teamprestatie is goede zorg boven alles een gedeelde verantwoordelijkheid. Verpleegkundigen kunnen de wondverzorging superhygiënisch aanpakken, als de schoonmaker op zaal de boel laat verstoffen, hobbel je alsnog van infectie naar infectie. Verkeerde houdingsadviezen van de fysiotherapeut maken dat de door Rudolf Poolman zorgvuldig geplaatste heupprothese zomaar uit de kom kan schieten. Dat is het mooie aan een ziekenhuis: het is een gemeenschap in het klein. Iedereen draagt zijn steentje bij aan het functioneren van het geheel. Tegelijkertijd kan ieder individu – van schoonmaker tot chirurg – het groepsresultaat frustreren.
Wat mij blijft verbazen is dat die gedeelde verantwoordelijkheid nauwelijks terug te zien is in de salarisverdeling. Een ziekenhuisbestuurder verdient doorgaans meer dan 200.000 euro bruto per jaar. Een cardioloog in loondienst schrijft, afhankelijk van de ervaring, jaarlijks ruim een ton bij op de bankrekening. Een startende oncologieverpleegkundige steekt daar qua salaris schril tegen af. Ze verdient een kwart van het inkomen van de cardioloog, misschien een tiende van wat de gemiddelde bestuurder binnenhengelt. Is dat werkelijk een redelijke afspiegeling van de verantwoordelijkheden?
Wanneer een ziekenhuis op zoek is naar een nieuwe bestuurder staan de gegadigden letterlijk in de rij. Er is altijd wel een ontslagen directeur op zoek naar een nieuw baantje. Een miskleun elders staat een verdere carrière als topbestuurder echt niet in de weg. Paul Smits stapte noodgedwongen op als baas van het Maasstadziekenhuis uit Rotterdam na de uitbraak van de Klebsiella-bacterie, maar vond in het Medisch Centrum Leeuwarden al snel een nieuwe werkgever. Anita Arts werd bestuurder in het Flevoziekenhuis in Almere na een mislukt dienstverband in het OLVG. Heus: met bestuurders kun je de grachten dempen.
Voor cardiologen geldt met alle respect hetzelfde. Het aanbod is momenteel zo groot dat meer dan de helft van de onlangs afgestudeerde cardiologen niet in aanmerking komt voor een vaste betrekking.
Hoe anders is dat met oncologieverpleegkundigen. Zij staan niet in de rij voor een vacature. De waarheid is dat er soms maanden voorbijgaan eer iemand solliciteert op een openstaande functie, zo groot is het tekort in Amsterdam. Desondanks verdient ze slechts een fractie van wat bestuurders en cardiologen ontvangen. Ik wacht nog altijd op iemand die me dat enorme verschil in inkomen helder kan uitleggen.
Hugo van der Wedden is medisch socioloog en interim verpleegkundige.
www.hugovanderwedden.nl | Twitter: @hugovdwedden
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account