Nederlandse huisartsen maken zelden grote fouten. Bij slechts 7 op de 1000 contacten tussen patiënt en huisarts is sprake van een incident met nadelige gevolgen voor de patiënt.
Dat blijkt uit onderzoek van Sander Gaal, dat hij in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid uitvoerde. Volgende week promoveert hij hierop aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Incidenten
Gaal onderzocht hoe vaak incidenten in de huisartspraktijk voorkomen. Daarvoor bekeek hij de dossiers van 1000 patiënten die in 2009 en 2001 een huisarts bezochten. Gemiddeld had een patiënt zeven of acht keer contact.
Missers
Meestal betreft het kleine fouten als het vergeten om een patiënt terug te bellen of patiënten terug laten komen om bloed te prikken. Uit tuchtzaken blijkt dat ook bij huisartsen ernstige incidenten kunnen voorkomen, zoals het te laat doorverwijzen naar het ziekenhuis. Die fouten worden bij zeven van de 8400 contactmomenten gemaakt. De missers komen vooral voor bij patiënten die vaker dan elf keer in de onderzoeksperiode een bezoek brachten aan de huisarts.
Ontdekken ziektes
Huisartsen doen het daarmee beter dan bijvoorbeeld medisch specialisten. Toch moeten huisartsen volgens Gaal blijven opletten. “De essentie is het ontdekken van ernstige ziektes. Daar moet de focus liggen als het om het voorkomen van fouten gaat en daarom is het belangrijk om een ‘open mind’ te houden voor verbeteringen.”
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account