Loes Niesing schreef het boek ‘Een glaasje rosé bij het ontbijt’ over de zorg die haar moeder –Parkinsonpatiënt- vijf jaar lang in het verpleeghuis kreeg. ‘De bezieling ontbrak totaal.’
Wat ging er mis?
‘Van alles. De verzorging vergat haar overdag haar halsalarm om te doen, waardoor zij geen hulp kon inschakelen. Haar broek met ontlasting werd soms in een emmertje water in de badkamer gezet totdat iemand de tijd nam om dit uit te spoelen. Ik heb het meegemaakt dat de vliegen er omheen zaten. Haar dure kleding raakte zoek in de wasserij, haar appartement vervuilde en geregeld kreeg zij haar medicijnen niet op de juiste tijd. Ook werd er een glaasje rosé bij haar ontbijt gezet omdat de verzorgende dacht dat het vruchtensap was… Ik ben er in de laatste maanden van haar leven zelfs achtergekomen dat zij dagen achter elkaar op bed werd gelegd als het niet lukte om haar te helpen met eten, zonder iemand van de familie hierover in te lichten.’
Waardoor kwam dat?
‘Er werd vaak gezegd dat er geen tijd was, maar dat betwijfel ik: veel dingen hadden niets met tijd te maken. Mijn moeder werd bijvoorbeeld een keer op het toilet gezet, en probeerde een praatje aan te knopen met de verzorgende, over haar vakantie. De verzorgende keek alleen maar ongeïnteresseerd naar haar telefoon, en antwoordde kort met ‘ja’ en ‘nee’. De bezieling voor het werk ontbrak totaal. Waarom word je dan verzorgende, vraag ik me dan af.’
Heb je hierover geklaagd?
‘Jazeker, meerdere malen. In het begin werden mijn klachten serieus genomen, maar veel veranderde niet. Later voelde ik dat ze me een zeur vonden. Dat was erg pijnlijk en gaf me een machteloos gevoel. Als je moeder is overgeleverd aan zorg, wil je het beste voor haar. Ik kan me voorstellen dat niet alles kan, maar veel dingen konden gemakkelijk anders of beter.’
Wat vond je moeder hier zelf van?
‘Ze was iemand die niet snel klaagde en makkelijk in haar lot berustte. In het begin protesteerde ze wel eens, maar ze dacht al snel: laat maar. Ik denk dat ze bang was voor represailles van het personeel of dat ze, bij wijze van spreken, uit het huis gezet zou worden. Een verzorgende is ook een keer vreselijk tegen mij tekeer gegaan waar mijn moeder bij was, of ik wel wist dat ze ook andere dingen te doen had. Ik kon haar niet aan haar verstand brengen dat ze dat niet moest doen in het bijzijn van mijn moeder. Een gênante en pijnlijke situatie.’
Heeft het verpleeghuis op het boek gereageerd?
‘Nee, nog niet. Ik heb ze het boek wel opgestuurd. Ik weet niet of ik nog een reactie krijg.’
Was het alleen maar kommer en kwel?
‘Zeker niet, er waren ook verzorgenden die het hart op de goede plaats hadden, en aan wie mijn moeder veel heeft gehad. Maar er ging jammer genoeg toch te veel mis, en dat is ook de reden dat ik dit boek geschreven heb. In de vijf jaar dat ze in het verpleeghuis woonde, is er zoveel gebeurd. Ik hoop dat mijn boek verzorgenden de ogen opent, en een voorbeeld kan zijn hoe het niet moet. Het laat ook de andere kant zien: hoe het is om als dochter van een cliënt machteloos aan de kant te staan. Mijn moeder is inmiddels overleden, en voor haar heeft het misschien niet veel geholpen, maar ik hoop dat het wellicht voor andere verpleeghuisbewoners wél helpt. Dat is ook de reden waarom ik dit boek heb geschreven.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account