Test je kennis over COPD bij je cliënt met deze acht vragen.
1. De afkorting COPD staat voor:
A Chronic Obstructive Pulmonary Disorder
B Chronic Obstructive Pulmonary Disease
C Chronic Obsessive Pulmonary Disease
2. COPD wordt vooral veroorzaakt door:
A roken
B luchtvervuiling
C astma
3. Hoeveel procent van de COPD’ers heeft lichte tot matige COPD?
A 20 procent
B 50 procent
C 80 procent
4. Een longaanval is een:
A snelle en plotselinge verergering van de klachten
B snelle en plotselinge verbetering van de klachten
C snelle en plotseling opkomende longontsteking
5. De meeste mensen met COPD gebruiken:
A luchtwegverwijders
B ontstekingsremmers
C beide
6 Bij benauwdheid is de volgende houding vaak effectief:
A een open houding, rechtop
B een hangende houding, in elkaar gedoken
C een liggende houding, op de rug
7 Stoppen met roken:
A verlengt de levensduur
B verbetert de kwaliteit van leven
C beide
8 Wat is geen waarschuwingssignaal dat het niet goed gaat met iemand met COPD?
A ongewenst afvallen
B twee of meer longaanvallen per jaar
C blauwe plekken
Antwoorden
1 B 2 A 3 C 4 A 5 C 6 B 7 B 8 C
Uitslag
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account