Test je kennis over de richtlijn urinelozing en stoelgang bij ouderen met deze acht vragen.
1. Wat is géén onderdeel van de vernieuwde richtlijn voor urinelozing?
A Reinig en desinfecteer alleen in geval van bloedbijmenging.
B Toevoeging van reiniging en desinfectie van niet-herbruikbare materialen.
C Gebruik van wegwerppo’s en urinalen in combinatie met een vermaalsysteem.
2. Hoe noemen we de hardnekkige bacteriën die steeds meer voorkomen?
A Bijzonder Besmettelijke Mirco-Organismen (BBMO)
B Buitengewoon Resistente Mirco-Organismen (BRMO)
C Bijzonder Resistente Mirco-Organismen (BRMO)
3. De richtlijn Urinelozing stoelgang is door het RIVM herzien.
A Dat is waar.
B Dat is niet waar.
4. Waarom is juiste urinelozing zo belangrijk?
A Het voorkomt de bevuiling van de omgeving.
B Het voorkomt de verspreiding van bacteriën.
C Het voorkomt de aanwezigheid van bacteriën.
5. Hoeveel procent van de mannen in verpleeghuizen heeft onbewust een infectie?
A Tussen de 15 en 31 procent.
B Tussen de 17 en 55 procent.
C Tussen de 21 en 37 procent.
6. Als een cliënt een multiresistente bacterie heeft mag hij gewoon gebruik maken van de algemene toiletten.
A Dat is waar.
B Dat is niet waar.
7. In de thuiszorg bestaat het grootste besmettingsgevaar uit:
A Het bezoek van de cliënt dat ook de toilet gebruikt.
B De verzorgende die de richtlijnen niet goed volgt.
C Geen van beiden.
8. In de thuiszorg, waar geen pospoeler of vermaler aanwezig is, kun je het beste werken met:
A Disposables.
B Een po die exclusief voor die ene cliënt wordt gebruikt.
C Een van de twee.
Elk goed antwoord levert één punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag!
Antwoorden: 1A 2C 3B 4B 5A 6B 7B 8C
Uitslag:
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Doe ook deze kennisquiz: orthostatische hypotensie >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account