– ‘Mevrouw heeft een stoma, haar leven speelt zich voor een groot deel op het toilet af.’
– ‘Bewoners kunnen bijvoorbeeld zomaar kerstballen gaan opeten, of iets dergelijks.’
– ‘Mevrouw heeft geen contacten, behalve haar duttende kamergenote.’
– ‘Als men in een rolstoel zit, dan is de verhouding met de eettafel niet gelijkwaardig.’
– ‘Een patiënt zonder pijn is veel redelijker dan een patiënt met pijn.’
– ‘Oudere mensen zijn helemaal niet gek op een zuster met een diep decolleté.’
– ‘Vraag: wat is het nadeel van een uniform? Antwoord: het kan doorschijnend zijn.’
– ‘Het eten smaakt me goed, ik ben namelijk diabeet.’
– ‘Bewoner had twee gebroken benen, maar gelukkig was er niets verbrijzeld.’
– ‘Een zorgvrager in een rolstoel kijkt anders tegen de dingen aan dan jij.’
– ‘…. een oudere man van 47 jaar.’
– ‘Het is gevaarlijk als een rolstoel niet op de rem staat; denk aan de vijlegeit.’
– ‘Vrijen is ongeveer even belastend als twee trappen lopen.’
– ‘Het is niet leuk als een bewoner aan zijn gebit zit te likken, bah.’