De komende periode wordt personeelsbehoud de belangrijkste focus van het actieprogramma Werken in de Zorg, schrijft minister Hugo de Jonge in een update van het actieprogramma aan de Tweede Kamer.
De commissie Werken in de Zorg signaleert dat aan behoud van medewerkers door zowel werkgevers als binnen de regionale samenwerking, te weinig aandacht wordt besteed. Het behoud van personeel in de zorg verdient meer aandacht van bestuurders en (intern) toezichthouders. ‘Concrete ambities en acties hierop zijn nodig, aldus de minister.
Combinatie werk-privé
Zo moeten leidinggevenden meer en beter in gesprek met hun medewerkers over wat belangrijk voor ze is en wat nodig is om het werk in hun organisatie leuk te houden. Verder adviseert de minister om te kijken hoe collega-instellingen met weinig uitstroom het doen. ‘Goed en slim werkgeverschap is cruciaal: wij roepen alle werkgevers op om het gesprek aan te gaan met de medewerkers. Vraag waar zij behoefte aan hebben om hun werk leuk te blijven vinden en te kunnen (blijven) combineren met hun privéleven. Ook kan dit gaan om juist een uitbreiding van het aantal uren dat wordt gewerkt. Hoe kan hieraan tegemoet worden gekomen?’
Hogere lonen
Ook stelt VWS voor 2019 ongeveer 1,7 miljard euro extra beschikbaar voor hogere lonen. De 1,7 miljard die we in 2019 extra beschikbaar stellen, biedt ruimte aan sociale partners om goede afspraken te maken over de arbeidsvoorwaardenontwikkeling via het afsluiten van aantrekkelijke cao’s. Zo zijn de lonen binnen de VVT per 1 oktober jl. met 4% omhoog gegaan. ‘We gaan er vanuit dat sociale partners er ook dit jaar in zullen slagen om aantrekkelijke cao’s af te sluiten.’
Instroom
Tot nu toe heeft de meeste energie zich gericht op het verhogen van de instroom en het opleidingsrendement, schrijft de minister. ‘We zien dat deze extra inspanningen hun vruchten beginnen af te werpen. Aan het einde van het derde kwartaal van 2018 werkten er ongeveer 28,5 duizend meer werknemers binnen zorg en welzijn dan een jaar eerder. Dit aantal is een stuk hoger dan het verwachte extra aanbod van personeel als we niets extra’s zouden hebben gedaan.’ Ook de instroom in de opleidingen voor de zogenaamde tekortberoepen neemt toe. ‘Met name bij de mbo-opleiding tot verpleegkundige is de instroom in het meest recente schooljaar fors toegenomen ten opzichte van de afgelopen jaren. Bij hbo-verpleegkunde zien we een lichte teruggang ten opzichte van het schooljaar 2017/2018, maar ligt de instroom ook fors hoger dan in de jaren daarvoor. We zijn blij met deze ontwikkelingen.
Concrete acties
Ondanks de aanzienlijke stijging in werkgelegenheid en de grotere instroom in de opleidingen voor tekortberoepen de uitdaging groot, aldus de minister. Daarom wil de minister met onder meer deze acties een tandje bijschakelen. ‘De uitdagingen op de arbeidsmarkt in zorg en welzijn zijn fors. Tegelijkertijd zien we dat er met concrete acties hele goede resultaten bij instellingen en in de regio’s mogelijk zijn. Het kan dus zeker, maar het vraagt wel dat we alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat we uiteindelijk het verschil maken op de werkvloer; voor de medewerkers en patiënten/cliënten. Die moeten het gaan merken.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account