2000 BIG-geregistreerde en niet-BIG-geregistreerde verpleegkundigen, verzorgenden en vierdejaars studenten verpleegkunde moeten de Nationale Zorgreserve gaan vormen. Dat schrijft de minister van VWS aan de Tweede Kamer.
De verpleegkundigen krijgen waarschijnlijk jaarlijks een landelijke reservistentraining, plus trainingen afhankelijk van hun kennis en vaardigheden. Dat is in ieder geval het advies van Chief Nursing Officer Evelyn Finnema, die meedacht met de minister.
Zij adviseerde ook de toevoeging van de vierdejaars studenten verpleegkunde, die net als de niet-praktiserend verpleegkundigen zonder BIG-registratie en de verzorgenden kunnen worden ingezet in de niet-complexe zorg bij een crisis, aldus Finnema. Voor het verder uitwerken van de Nationale Zorgreserve is 5 miljoen euro per jaar beschikbaar.
Register landelijk, regio’s gaan over werving
Ook moet er een landelijk register komen. Mogelijk komt de coördinatie van de zorgreserve te liggen bij een nog op te richten ‘pandemisch paraatheidscentrum’. Daarvoor is voorlopig 6 miljoen euro per jaar subsidie uitgetrokken, maar of het centrum er komt is nog niet zeker. Wat wel vaststaat: regio’s worden zelf verantwoordelijk voor het werven en behouden van reservisten.
De zorgreserve is een aanvulling op en dus geen vervanging van de eigen ‘flexibele schil’ van zorgorganisaties, benadrukt de minister. Dus: alleen bij een echte crisis kan een zorgorganisatie beroep doen op verpleegkundigen uit deze zorgreserve, niet bij bijvoorbeeld eigen personeelstekorten.
Extra handen voor de zorg
De deelnemers aan Extra handen voor de zorg, ongeveer 6300, kunnen tot 31 december 2021 worden ingezet zoals sinds de coronacrisis gebeurt. Daarna krijgen zij een uitnodiging zich aan te sluiten bij de Nationale Zorgreserve, schrijft de minister. Hoe de Nationale Zorgreserve er precies uit gaat zien moet volgend jaar zomer duidelijk zijn.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account