De kennis van zorgverleners over afasie en de manier waarop zij met afasiepatiënten omgaan kan stukken beter, bleek onlangs uit onderzoek. Nursing stelde een paar vragen aan hoogleraar neurolinguïstiek Roelien Bastiaanse van de Rijksuniversiteit Groningen, dé expert op het gebied van afasie.
1.Wat is afasie precies?
Afasie is een taalstoornis ten gevolge van plotseling optredend focaal hersenletsel. Bij afasie zijn de hersengebieden die betrokken zijn bij taal (meestal in de linkerhemisfeer) beschadigd. Onder afasie vallen problemen met zowel taalproductie als taalbegrip. De ernst en omvang van de stoornis zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel.’

De kennis van zorgverleners over afasie en de manier waarop zij met afasiepatiënten omgaan kan stukken beter. Lees meer>>>
2.Welke vormen van afasie zijn er?
‘Globaal is de door hersenletsel veroorzaakte stoornis in te delen in vier hoofdtypen, maar in de meeste gevallen gaat het om een combinatie van vormen. Er zijn vier hoofdtypen van afasie, getypeerd aan de hand van symptomen:
- Afasie van Broca (motorische afasie): taalbegrip is min of meer intact. Patiënt heeft moeite met het produceren van taal, zowel sprekend als schrijvend.
- Afasie van Wernicke (sensorische afasie): stoornis in het taalbegrip. Patiënt spreekt in tegenstelling tot bij Broca’s afasie wel vloeiend, maar het taalgebruik wordt onbegrijpelijk door de verbuiging van woorden en het verzinnen van nieuwe woorden.
- Amnetische afasie: patiënt heeft begrip van de taal maar ervaart problemen met het vinden van woorden en namen.
- Globale afasie: ernstigste vorm waarbij woordenschat en taalbegrip sterk zijn aangetast. Verbale communicatie is nauwelijks mogelijk.
3. Bij wie komt afasie voor?
‘Ongeveer een kwart van de CVA-patiënten krijgt enige vorm van afasie. Een beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie. In 75-80 procent van de gevallen is afasie het gevolg van een CVA, in de vorm van een hersenbloeding, trombose of embolie. Bij een CVA is de bloedvoorziening naar de hersenen verstoord, waardoor het achterliggende weefsel te weinig zuurstof en glucose krijgt en soms onomkeerbaar beschadigd raakt. Bij een hersenbloeding stroomt het bloed bovendien weg uit het vat, wat oedeem veroorzaakt dat drukt op omliggende hersengebieden. Andere oorzaken van afasie zijn trauma (hersenkneuzing); een tumor die op taal-relevant hersenweefsel drukt; en ontstekingen zoals meningitis, al leiden die maar zelden tot afasie.’
4. Wat zijn veelvoorkomende bijkomende stoornissen en moeilijkheden bij een patiënt met afasie waar jij je bewust van moet zijn?
‘Afasiepatiënten hebben vaak bijkomende aandoeningen als gevolg van het hersenletsel. Bij een herseninfarct kan het zijn dat de laesie niet alleen de taalcentra beschadigd heeft, maar ook de verbindingen naar andere hersendelen. Sommige afasiepatiënten zijn bijvoorbeeld tegelijkertijd rechtszijdig verlamd of hebben gedrags-, geheugen-, of visuele stoornissen. Ook facialis parese en dysartrie, bijkomende stoornissen belemmerend voor de uitspraak, komen veel voor en bemoeilijken de communicatie.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account