Ik vind het lastig om ongemotiveerde cliënten te stimuleren tot activiteit.
Het kost een berg energie en bovendien veel tijd. Waar ben ik mee bezig? Dat denk ik wel eens als ik voor de honderdduizendste keer hetzelfde zinnetje opzeg: ‘Mevrouw Jansen, u moet toch echt meer bewegen… Kom nu eens uit uw stoel en ga eens een rondje lopen. Dat is goed voor de bloedsomloop, de darmen, conditie…’ Als je cliënt hier de noodzaak niet van inziet, dan heb je toch wel een probleem. En waar ligt de grens? Wanneer respecteer je de wens van de zorgvrager als er vanuit de dokter een beroep op de zorg is gedaan om de cliënt aan het bewegen te krijgen? De momenten van bewegen zijn vaak alleen tijdens de ADL. De mensen zitten de rest van de dag in een gemakkelijke stoel.
Zelfredzaamheid stimuleren
Ook het activeren van zelfredzaamheid tijdens de ADL is een steeds weer terugkerende opdracht. Vaak zijn het de passieve mensen die het best vinden dat wij verzorgenden de regie overnemen. Ik betrap mijzelf wel eens erop dat wanneer ik erg weinig tijd heb, de washand zelf dan maar pak. Dat gaat heel wat sneller. Dit levert alleen mij winst op, in tijd. Maar ondanks dat de cliënt het wel prima vindt, ontneem je hem/haar de mogelijkheid tot zelfredzaamheid. Ik doe steeds meer een beroep op familie of mantelzorger als zij op bezoek komen. Ga samen even wandelen, kan ook binnenshuis. Al is het maar tien minuten, vraag ik dan.
Herken je dit probleem? En wat voor ‘trucjes’ heb jij om je cliënt in beweging te brengen? Reageer op Facebook >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account