Wie tegenwoordig bevalt, kiest niet meer per definitie voor een thuisbevalling. Minder dan 20 procent van de bevallingen vindt momenteel nog thuis plaats. In 1953 was dat nog 78 procent. Toch staat Nederland al eeuwenlang bekend om zijn goed geoliede thuisbevalling.
Bekijk de prachtige, historische foto die bij dit artikel hoort>>>
Wie tegenwoordig bevalt, kiest niet meer per definitie voor een thuisbevalling. Minder dan 20 procent van de bevallingen vindt momenteel nog thuis plaats. In 1953 was dat nog 78 procent. Toch staat Nederland al eeuwenlang bekend om zijn goed geoliede thuisbevalling. Verloskundigen spelen daarbij een centrale rol, met naast zich de kraamverzorgende. Welke ouder herinnert zich niet die doortastende, slagvaardige ‘zuster’?
Rond 1900 kregen bijna alle vrouwen in Nederland hun baby gewoon thuis. De vroedvrouw of huisarts deed de bevalling en de baker was aanwezig om te assisteren. Dat was haar bron van inkomsten. Bakers waren wat oudere vrouwen met een grote ervaring, die moeder en baby naar hun beste weten verzorgden. Ze bedoelden het meestal goed, maar hun onwetendheid en eigenwijsheid maakten de thuisbevalling tot een uiterst hachelijke onderneming. Na 1925 kwam daar verandering in. Wijkverpleegsters gaven bakercursussen en instrueerden de bakers over begrippen als rust, reinheid en regelmaat. Kruisverenigingen organiseerden een opleiding voor kraamverzorgsters, zodat bakers geleidelijk konden worden vervangen.
Een geduchte concurrent voor bakers en kraamverzorgsters was de kraamverpleegster. Zij had een 3-jarige opleiding in het ziekenhuis gevolgd en was in het bezit van het A-diploma. Om de kraamaantekening te halen, werkte ze nog 6 maanden op de kraamafdeling en assisteerde ze bij 20 ‘verlossingen’. Na het kraamexamen kon ze voor 10 gulden bij de firma Begeer het felbegeerde ooievaartje op haar insigne laten bevestigen.
Eenmaal gespecialiseerd lag voor haar de wereld open. Sommige kraamverpleegsters bleven in het ziekenhuis op de kraam- of gynaecologieafdeling werken, anderen voelden de vrijheid lonken en waagden de stap om zich vrij als particulier kraamverpleegster te vestigen. Het leven als particulier verpleegster bood de vrijheid die ze binnen de strenge ziekenhuismuren hadden gemist. Tegelijk betekende het een leven van financiële onzekerheid en soms van grote armoede. Maar particuliere kraamverpleegsters waren zeer gewild. Als geen ander kenden ze de kneepjes van het vak en waren ze op de hoogte van de nieuwste hygiënische inzichten. Kapitaalkrachtige gezinnen, waar men een baby verwachtte, huurden haar graag in, liefst wekenlang.
Na de Tweede Wereldoorlog verdween de particuliere kraamverpleegster uit beeld. Het Ziekenfondsbesluit uit 1941 vergoedde geen particuliere verpleging meer. De baker was inmiddels vervangen door voldoende opgeleide kraamverzorgsters. Kraamverpleegsters transformeerden tot kraamverpleegkundigen. Hun taak concentreerde zich na 1945 op de gecompliceerde ziekenhuisbevalling en het verstoorde kraambed. Nu 80 procent van de bevallingen in het ziekenhuis plaatsvindt, is de kraamverpleegkundige weer terug bij de gewone bevalling, waar ze haar kennis en kunde als vanouds kan gebruiken.

Lees ook de vorige blog van Nannie: ‘Kinderziekenhuis: nutteloos of noodzaak?’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account