Feedback. Een kritische kanttekening bij iemands functioneren. Van elkaar leren, elkaar scherp houden. Het klinkt allemaal prachtig. Ik ben vóór.
Hoe vaak ergeren wij ons niet aan een ander. Omdat iets is vergeten of niet klopt. We mopperen en roddelen. Maar van feedback komt weinig terecht. Niet veel bij ons op de afdeling. Niet veel bij en uit mijzelf. Ik vind het eng. Tegen leerlingen durf ik heus wel. Maar daar is dat mijn rol. Bij collega’s is dat anders.
Een voorbeeld: Een dokter veegt met mij de vloer aan. Ten overstaan van andere dokters. Die erom lachen nota bene. Ik kook van woede, weet dat hij hier te ver gaat. Veel te ver. Nu is de maat vol, zeg ik tegen mijzelf en mijn collega’s. Zodra de visite klaar is, zal ik feedback geven. Als het eindelijk zover is, is mijn woede grotendeels bekoeld. Deze dokter is echter continu omringd door collega’s. Of lange tijd afwezig. Later ben ik zelf druk en zo maak ik mijzelf wijs dat er geen goede gelegenheid was vandaag. Ik vind mezelf een schijterd.
Thuis open ik mijn mail. Een reactie uit onverwachte hoek: een vaste lezer van mijn blog. En tevens een medewerker in mijn ziekenhuis. Schrok van mijn blog. Heeft heel vriendelijk en correct een heel duidelijke mening over mijn doen en laten en schrijven. Volgens haar stel ik mijn ziekenhuis in een kwaad daglicht. Wat moet de lezer wel niet denken van onze afdeling, door mijn eerlijke blogconfessies? Dat ik hier af en toe enigszins onnozel of advocaat van de duivel speel om discussies aan te gaan met beroepsgenoten, heeft ze zo niet begrepen. Wij hebben er een goed mailgesprek over. Ik ben niet boos over wat ze opmerkte. Niet gekwetst. We kregen geen ruzie.
Zo moeilijk wordt feedback kennelijk niet ontvangen. Tijd om het te gaan geven!
Durf jij feedback te geven? Tips?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account