De organisatie van de tuberculosebestrijding moet worden aangepast omdat er steeds minder gevallen van tuberculose voorkomen, terwijl het aantal complexe tuberculosepatiënten toeneemt. Dit schrijft het RIVM in het Nationaal plan tuberculosebestrijding 2011-2015.
De dalende incidentie leidt ertoe dat artsen en verpleegkundigen steeds minder expertise hebben. Tegelijkertijd is er een toename van het aantal patiënten dat besmet is met een multi-resistente variant. Deze patiënten hebben langdurige, complexe zorg nodig. Ook verschilt de tuberculoseproblematiek per regio.
Tuberculoseverpleegkundige
Om de tuberculosebestrijding beter af te stemmen op deze veranderingen, zijn er aanpassingen nodig in de organisatie van de tuberculosezorg, aldus het RIVM. Er blijft een landelijk dekkend netwerk voor de publieke tuberculosebestrijding bestaan onder verantwoordelijkheid van de gemeenten en georganiseerd door de GGD’en. De huidige acht regionale samenwerkingsverbanden voor de publieke tuberculosebestrijding moeten worden teruggebracht tot 5 regio’s. Dit is ondermeer gebaseerd op het aantal patiënten dat in een regio te verwachten is: 200 tot 300 per jaar. In ieder van deze regio’s moet ten minste een tuberculoseverpleegkundige werken ‘met competenties op het niveau van nurse practitioner’.
Klinisch tuberculosecoördinator
Longartsen zien jaarlijks maar heel weinig tuberculosepatiënten. Om de expertise binnen de ziekenhuizen te garanderen, zou ieder ziekenhuis een klinisch tuberculosecoördinator aan moeten wijzen. Dit is een longarts die fungeert als een interne consulent voor alle klinisch specialisten en als contactpersoon met de publieke gezondheidszorg.
- Zie ook: Nationaal plan tuberculosebestrijding van het RIVM
Redactie TvZ
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account