UTRECHT – Ongeveer zeven van de tien huisartspraktijken werkt tegenwoordig met een praktijkondersteuner op hbo-niveau (poh). De taken van praktijkondersteuners verschillen grotendeels van die van doktersassistenten. Dit blijkt uit een onderrzoek van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) en het Julius Center uit Utrecht.
NIVEL en het Julius Center analyseerden gegevens van Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH). Voor het onderzoek is een schriftelijke vragenlijst beantwoord door 70 praktijkvertegenwoordigende huisartsen verspreid over het hele land.Uit de analyse bleek dat medische taken van doktersassistenten vaak uit kleine handelingen bestaan, zoals oren uitspuiten, wratten aanstippen of hechtingen verwijderen.
Periodieke controles
Praktijkondersteuners richten zich vooral op mensen met chronische gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte, astma of hoge bloeddruk. Zij doen de periodieke controles en geven begeleiding en advies.
Overlap
In de praktijk blijkt er ook overlap te zijn tussen de werkterreinen van beide zorgverleners. Bijvoorbeeld tijdens de periode van het geven van griepprikken, wanneer in korte tijde veel werk verzet moet worden.
Tegenstanders
Toen de praktijkondersteuners eind jaren ’90 werden geïntroduceerd, was nog niet precies bekend wat ze zouden gaan doen. Tegenstanders, zoals sommige doktersassistenten, waren bang dat de ondersteuner werk zou afsnoepen van de assistente. Hoewel de assistente wel wat heeft moeten inleveren, blijkt er een duidelijk onderscheid te zijn.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account