Woensdagavond debatteerde de Tweede Kamer over de status van de zorghervormingen. De wijkverpleging was een belangrijk discussiepunt. Vier belangrijke punten die werden genoemd door staatssecretaris Van Rijn tijdens het debat:
1. Over S1- en S2-verpleegkundigen: daar wil Van Rijn van af.
Tijdens het overleg stelden enkele Kamerleden vragen over de S1 en S2 verpleegkundigen. Van Rijn reageerde: ‘Ik wil daar zo snel mogelijk van af. Want het zou niet goed zijn als er S1- en S2-verpleegkundigen komen. In sommige gevallen is die suggestie wel gewekt en zie ik dat ook in de contractering terug, maar door de bank genomen niet. Tot het standaardwerk van de wijkverpleegkundige moet natuurlijk horen dat je, daar waar het nodig is, afstemming met de gemeente hebt. (…) Ik wil zo snel mogelijk naar een situatie toe waarin het een gewoon onderdeel is van het normale verpleegkundige werk dat er af en toe contacten en afstemming met de gemeente is. Dat is ook heel goed. Dat hebben we nu gestimuleerd met S1. Daar moeten we zo snel mogelijk van af om te voorkomen dat het als het ware geïnstitutionaliseerd wordt en je straks verschillende wijkverpleegkundigen krijgt. Daar waar dat nu ten onrechte gebeurt, moeten we daarop wijzen; dat heb ik ook gedaan.’
Momenteel wordt er met verschillende partijen gewerkt aan een nieuw bekostigingsmodel voor na het overgangsjaar 2015.

Lees ook: Van Rijn geeft uitleg over S1 en S2
Er heerst verwarring over het onderscheid tussen wijkgericht werken (s1) en de verpleging en verzorging (s2) omdat zorgverzekeraars in bepaalde gemeenten geen s1 hebben ingekocht >>>
2. Over de herindicatiedatum van 1 mei: overleg met de zorgverzekeraar bij knelpunten.
Volgens de inkoopgids wijkverpleging moeten zorgaanbieders op 1 mei 2015 hun bestaande cliënten hebben geïndiceerd. ‘Sommige organisaties hadden de herindicaties voor 1 mei goed geregeld en waren daarmee misschien al klaar. Voor andere organisaties was de datum van 1 mei heel knellend. Dat was een signaal: is het wel verstandig om alles op 1 mei klaar te hebben of is het goed om daarin enige ruimte en lucht te geven? Ik ben dus blij dat de zorgverzekeraars in een brief hebben aangegeven dat zij dit ook zien en zeer bereid zijn om met aanbieders te spreken over de 1 mei. Ook hebben zij aangegeven dat dit in goed overleg kan worden aangepast. (…) Moeten de herindicaties van tafel? Nee, de herindicaties niet, maar ik denk dat de heer Samsom terecht aandacht heeft gevraagd voor het feit dat in sommige gevallen wijkverpleegkundigen tegen hun grenzen aanlopen ten aanzien van de enorme werkdruk die de herindicaties met zich meebrengen.’

Lees ook: ‘Laat de herindicatiedatum vallen’
Een op de vijf wijkverpleegkundigen heeft alle cliënten die al in de zorg zijn opnieuw beoordeeld. Bijna een kwart heeft minimaal driekwart van de herindicaties afgerond >>>
3. Over een nieuwe bekostigingsmodel voor de wijkverpleging: in 2016 substantiële stappen zetten.
Momenteel is Van Rijn met verschillende partijen in overleg – waaronder V&VN – over een nieuw bekostigingsmodel voor de wijkverpleging: ‘De invoering hiervan kost tijd en is ingewikkeld. Daarbij gaat het om idealen als: meer ruimte voor de professional, minder administratieve lasten, minder producten en minder tarieven. (…) Daar waar de wijkverpleegkundige de ruimte krijgt om tot indicaties te komen en zelf te indiceren, en in overleg met de betrokkenen kan bekijken wat er nodig is, kom je tot andere keuzes dan wanneer je in allemaal vakjes voorschrijft wat er precies moet gebeuren. Dat zal niet van vandaag op morgen gebeurd zijn. Ik constateer echter wel dat bij de organisaties die dat doen — buurtzorg en buurtzorgachtige organisaties zijn al genoemd — zowel de wijkverpleegkundigen als de betrokkenen tot andere keuzes komen, die wel degelijk de kwaliteit van de wijkverpleegkundige zorg kunnen verbeteren en de vrijheid voor de professional verder kunnen versterken. Bovendien is het heel vaak nog efficiënter en goedkoper ook. (…) Natuurlijk is het nog zoeken naar de juiste vormgeving. En ik ben ongeduldig, want eigenlijk wil ik in 2016 al een aantal substantiële stappen zetten. Tegelijkertijd heb ik er begrip voor dat partijen die dat ook willen, wel vinden dat het zorgvuldig moet gebeuren en dat daartoe wellicht pilots moeten worden gehouden.’

Leuk congres voor wijkverpleegkundigen
Met workshops over indiceren en gesprekstechnieken en leer van fouten en successen van collega´s. 30 juni 2015 in Bunnik. Meer informatie >>>
4. Over indiceren en bezuinigen: geef wijkverpleegkundige de ruimte.
Enkele Kamerleden vroegen naar de zogenaamde bezuinigingstargets die sommige wijkverpleegkundigen ervaren bij het indiceren. In een onderzoek van V&VN zei één op de vier wijkverpleegkundigen dat er onvoldoende budget is om de geïndiceerde zorg te leveren. Van Rijn reageerde: ‘Het gaat niet om de vraag of er een target is of niet. Ik denk dat er een noodzaak is om te bezuinigen, opdat we ook in de toekomst betaalbare en toegankelijke zorg hebben voor iedereen. Daartoe moeten we nu een aantal keuzes maken. Ik constateer dat uit de praktijk blijkt dat als je de wijkverpleegkundige zorg op een andere manier organiseert en de wijkverpleegkundige meer ruimte geeft, dat leidt tot keuzes die zowel de kwaliteit versterken als goedkoper zijn. De voorbeelden daarvan zien we elke dag. De heer Samsom heeft ertoe opgeroepen, in mijn smaak terecht, dat de methode en de praktijk te laten worden. Dat is niet gelukt en lukt niet door het tegen elkaar te zeggen. Dat lukt ook niet alleen door wetten te maken waarin het op papier staat, hoewel die wetten goed zijn gelukt. Het gaat vooral om de vraag hoe het in de praktijk gaat. Zo’n nieuw bekostigingsmodel is daar onderdeel van.’
Lees ook: ‘Werkdruk toegenomen door herindicatie’
Wijkverpleegkundigen ervaren een toegenomen werkdruk door de indicatiestelling >>>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account