De bureaucratie voor wijkverpleegkundigen moet worden beperkt. V&VN blijft daarvoor pleiten bij het ministerie van VWS.
Dit zegt de vereniging als reactie op het promotieonderzoek van Hannerieke van der Boom. Uit dat onderzoek blijkt dat wijkverpleegkundigen zoveel formulieren moeten invullen dat zelfs de patiëntenzorg er onder lijdt.
Formulieren
Een knelpunt is de indicatiestelling. Vroeger bepaalde de wijkverpleegkundige deze bij de cliënt thuis, maar dit is overgegaan naar het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). De wijkverpleging valt nog steeds onder de AWBZ, en de gezinszorg is overgegaan naar de WMO. Wijkverpleegkundigen moeten voor CIZ, AWBZ en WMO heel veel formulieren invullen. Volgens onderzoeker Van der Boom is de bureaucratie doorgeslagen: ‘Wijkverpleegkundigen rennen van de ene naar de andere patiënt, moeten iedere minuut registeren, waardoor het zetten van de handtekening door de patiënt soms langer duurt dan het verlenen van de zorg.’
Efficiënter
V&VN vindt dat het indiceren weer bij de zorgverlener moet liggen. Het CIZ controleert en evalueert alleen. Dat maakt de indicatiestelling efficiënter en sneller. ‘We krijgen veel signalen dat het eindresultaat van de indicatiestelling wel goed is, maar dat er in het proces nog veel misgaat’, zegt Mariska de Bont, beleidsadviseur eerstelijnszorg bij V&VN. ‘Wijkverpleegkundigen hebben nu vaak nog veel papierwerk om de officiële indicatiestelling te vertalen naar de praktijk. Vaak zijn geldigheidstermijnen voor een indicatie te kort. En wanneer mensen iets bijzonders nodig hebben, lopen ze vast op de regelgeving. Ze hebben last van de bureaucratie.’
Verpleging
De Bont: ‘Wij zeggen: Ga uit van onze professionele houding, laat de wijkverpleegkundigen de indicatiestelling doen en de zorg leveren waar die nodig is.’
In Nursing juli-augustustus vertelt Hannerieke van der Boom uitgebreid over haar promotieonderzoek in de rubriek In de Wetenschap.
Lees ook:
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account