Op 9 december 2010 mocht ik op het Nursing Event in Ede tot twee keer toe een volle zaal begroeten voor de workshop Infuus in 1 keer raak.
We spraken over het creëren van de juiste omstandigheden om een infuuscanule in te brengen. Het aanprikken zelf blijkt voor de meeste workshopbezoekers niet zozeer het probleem te zijn. Het daarna opschuiven of doorvoeren van de canule zonder de vene te beschadigen wel. De trucjes staan netjes in de powerpoint presentatie die we op Precision bijscholingen gezet hebben.
Het gebruik van de bloeddrukmeter als stuwingsinstrument bleek de grote onbekende. Meten is weten! In eenvoudige gevallen kan een stuwband voldoen om een arm te stuwen. Maar stuwen is niet ‘gewoon een bandje om de bovenarm aantrekken’ en hopen dat er stuwing ontstaat. Je MOET weten of er wel arteriële inflow is en dat de veneuze outflow geheel geobstrueerd is. Pas dan heb je goede stuwing aangelegd en pas dan kan je na het aanprikken van een infuuscanule hem ook eenvoudig inschuiven/opvoeren.
Je hebt dus een handbedienbare tensiemeter nodig of een apparaat waarmee je tensie kunt meten die na de meting een ‘venous stase’ functie heeft. Heeft de patiënt een bloeddruk van 70/30, dan moet dus de meter op 50 worden gezet als je een infuus wilt prikken. Heeft de patiënt 220/120, dan zet je hem ongeveer op 160.
Heb je een handtensiemeter maar geen stethoscoop dan kun je de volgende truck toepassen. Je zet je vinger aan de pols en pompt de band op. Op het moment dat je de pulsaties niet meer voelt (en de patiënt nog wel ademt) ben je met je tensiemeter de systole gepasseerd. Vervolgens laat je – al palperend – de tensieband heel langzaam leeglopen. Op het moment dat je NET weer pulsaties voelt sluit je de tensiemeter af en de band knijpt net onder de systolische waarde. Zeer waarschijnlijk zit je dan ruim boven de diastole en de arm begint vol te lopen. Na 1-2 minuten wordt het een geslaagd infuus.
Ik zeg: doe maar!
Verder bleek dat terugslagklep geen algemeen goed is. En even voor de duidelijkheid: een terugslagklep moet worden gebruikt om de i.v. medicatie via een driewegkraan de juiste kant op te sturen. Op de foto de gele lijn als medicatieflow en een rode pijl bij de terugslagklep.
Als de medicatie onverhoopt de infuuslijn inloopt, zoals bij obstructie in de infuuscanule, krijgt de patiënt z’n medicatie niet. Maar veel belangrijker: als het infuus ineens weer wel gaat lopen of zelfs gaat gieteren, krijgt de patiënt ineens heel veel medicatie binnen. In het geval van Actrapid of bijvoorbeeld Nepresol kan dat onmiddellijk levensbedreigend zijn. Daarom: altijd een terugslagventiel plaatsen aan het einde van de infuuslijn, maar VOOR de driewegkraan.
Tot slot. Het mogelijk veroorzaken van een katheterembolie was de grote onbekende in deze workshop, na afloop van de sessie hopelijk niet meer.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account