• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Menu
Zoeken
Inloggen

Nursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigenNursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigen

Waarmee maken wij jou steeds beter?

  • Praktijk
  • Werk
  • Challenge
  • Congressen
  • Abonneren
  • Nursing
    • Home
    • Praktijk
    • Werk
    • Challenge
    • Congressen
  • Service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Abonneren
    • Adverteren
    • Inloggen
    • Wat is de Nursing Challenge?
    • Mijn profiel
  • Meer Nursing
    • Nieuwsbrieven
    • Shop
    • Nursing.be
  • Vacaturebank
    • Vacatures
    • Vacature plaatsen

Overig Overig

EBP: Moet een venflon na 72 uur worden vervangen?

Gepubliceerd op: 21 augustus 2014
Dit bericht is ouder dan 5 jaar

Het is de vraag hoe lang een intraveneuze katheter (venflon) in situ mag blijven.

Casus

Op de afdeling cardiologie krijgen veel patiënten een intraveneuze katheter (venflon). Er is geen eenduidig beleid voor het aantal dagen dat een venflon/waaknaald in situ mag blijven. Vaak wordt deze na 72 uur vervangen, uit angst dat een patiënt flebitis ontwikkelt en dan niet geopereerd kan worden. De verpleegkundigen vragen zich af wanneer ze de intraveneuze katheter moeten vervangen: pas als flebitis optreedt of standaard na 72 uur.

1 Formuleer je vraag
(P=patiënt of probleem, I=interventie, C=vergelijking en O=uitkomst)
P: Patiënt met intraveneuze katheter (waaknaald)
I: Intraveneuze katheter routinematig vervangen
C: Intraveneuze katheter verwijderen bij tekenen van flebitis
O: Ontwikkelen van flebitis

2 Zoekstrategie
Gezocht in Pubmed, Werkgroep infectiepreventie (WIP)-richtlijnen, en in de protocollendatabank van ons ziekenhuis met de zoektermen infusions, intravenous OR infusion OR intravenous cannulae OR venflon OR cathlon AND Phlebitis OR phlebitis OR thrombophlebitis.2 Het leverde 193 hits op. De systematic review (SR) van de Cochrane bleek geschikt voor het beantwoorden van de vraag.3

3. Beoordeling resultaten
In de Cochrane-SR van Webster et al zijn in totaal zeven gerandomiseerde trials (RCT’s) (met in totaal 4895 patiënten) geïncludeerd.3 De primaire uitkomstmaten waren kathetergerelateerde bloedbaaninfecties, tromboflebitis en kosten. De SR was van goede methodologische kwaliteit.
Vijf RCT’s keken naar kathetergerelateerde bloedbaaninfecties (KGBI). Drie daarvan vonden geen KGBI. De resultaten van de twee andere RCT’s zijn met elkaar gecombineerd. Er was een niet-significante reductie van kathetergerelateerde bloedbaaninfecties bij de groep waarin de katheters op klinische indicatie werden verwijderd.
De incidentie van kathetergerelateerde bloedbaaninfecties in de groep bij wie de venflon op klinische indicatie werd verwijderd, was gelijk aan die in de groep bij wie dat na 72 uur werd gedaan. De meeste gevallen van flebitis bleken mild te verlopen en hadden geen behandeling nodig. In deze Cochrane-review was geen aanwijzing dat tromboflebitis leidde tot kathetergerelateerde bloedbaaninfecties. De intraveneuze katheters in de ‘klinisch geïndiceerde groep’ waren vaker verstopt, maar dat valt te verwachten omdat alle katheters uiteindelijk dicht gaan zitten. Dit resultaat was niet significant.

Alle studies onderzochten de incidentie van tromboflebitis. Vanwege verschillen in studieopzet en patiëntengroepen waren ze echter niet met elkaar vergelijkbaar. Na het verwijderen van twee RCT’s met minder dan 100 participanten was het toch mogelijk om de resultaten van vijf RCT’s te combineren (poolen).
Er was geen significant verschil in de incidentie van tromboflebitis in de klinisch geïndiceerde groep (186/2365 = 7.9%) versus na 72 uur vervangen (166/2441 = 6.8%). Dit resultaat werd niet beïnvloed door intermitterende of continue infusie of het aantal dagen dat de intraveneuze katheter in situ was.
In drie RCT’s zijn de kosten geanalyseerd. De ‘klinisch geïndiceerde groep’ rapporteerde lagere kosten dan de ‘routinematig vervangen groep’ (2075 dollar versus 2169 dollar). De auteurs hebben bij het poolen van de data rekening gehouden met klinische heterogeniteit in de studies.
De auteurs van de Cochrane-SR adviseren zorginstellingen het beleid te veranderen in ‘het vervangen/verwijderen van een venflon indien geïndiceerd’. Dit is in overeenstemming met de aanbevelingen in de WIP-richtlijnen. Deze manier van werken leidt tot een kostenreductie en is patiëntvriendelijker omdat er minder geprikt wordt. Om het risico op complicaties (flebitis, trombose) te verminderen, adviseren de Cochrane- en de WIP-auteurs om elke dienst de insteekopening en de intraveneuze katheter te inspecteren.

4 Conclusie en toepassing

Er is geen wetenschappelijk bewijs gevonden voor het routinematig verwisselen van intraveneuze katheters ter voorkoming van flebitis. Een intraveneuze katheter moet worden vervangen als er tekenen van flebitis (roodheid, pijn, pusvorming) optreden, en worden verwijderd als de indicatie is vervallen, bijvoorbeeld als een patiënt gestabiliseerd is en/of er geen complicaties meer zijn te verwachten.

5 Evaluatie
Verpleegkundigen moeten elke dienst de insteekopening van intraveneuze katheters controleren op tekenen van flebitis, en evalueren of de patiënt er nog een indicatie voor heeft. De bevindingen worden elke dienst gerapporteerd in het verpleegkundig dossier. Bij patiënten die een katheter hebben vanwege een risico op bijvoorbeeld hartritmestoornissen, moet de katheter ook gecontroleerd worden op verstopping. Verder is het belangrijk om een eenduidige definitie van flebitis en de symptomen hiervan te definiëren. Deze dient te worden opgenomen in het protocol en de verpleegkundige verslaglegging. Routinematig vervangen van de intraveneuze katheter is niet nodig, alleen bij tekenen van flebitis.

Nee, routinematig vernieuwen van de intraveneuze katheter is niet nodig; vervang deze pas bij tekenen van flebitis

Noten
1. Sophie Salis is verpleegkundige op de afdeling cardiologie, Ravenna Kwakman ic-verpleegkundige in opleiding, en Saskia Rijkenberg is klinisch epidemioloog en ccu-verpleegkundige. Allen werkzaam in het OLVG te Amsterdam. Contact: s.rijkenberg@olvg.nl.
2. www.cochrane.org, www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed, www.rivm.nl/Onderwerpen/W/Werkgroep_Infectiepreventie_WIP/WIP_Richtlijnen.
3. Webster J, Osborne S, Rickard C, et al. Clinically-indicated replacement versus routine replacement of peripheral venous catheters. Cochrane Database Syst Rev. 2013 Apr 30;4:CD007798. doi: 10.1002/14651858.CD007798.pub3.

Gepubliceerd op: 21 augustus 2014
Door: exed-admin

Thema:

Overig

Tags:

Richtlijnen en protocollen

Lees Interacties

Geef je reactie Reactie annuleren

Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account


Overig

Overig

Het Nursing-magazine van november is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van november is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van oktober is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van september is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van juli/augustus is uit: lees de artikelen online

Bekijk meer

Newsletter

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en vakinhoudelijke artikelen?

Schrijf je dan in voor een van onze nieuwsbrieven.

Aanmelden

Footer

Meer nursing

Abonneren

Gratis proefabonnement

Shop

Contact

Volg ons op

Adverteren

Personeeladvertentie

Adverteren & partnerships

Nursing Vlaanderen

Ga naar Nursing.be

© Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Nature

  • Privacy Statement
  • Disclaimer
  • Voorwaarden
  • Cookie voorkeuren