Lachen in de zorg

Een mevrouw (95) in ons verzorgingshuis zat in haar communicatieschriftje te lezen. Zegt ze: “Tsjonge, jullie hebben toch wat te stellen met mijn moeder!”

‘Leuke uitspraak van een lief oud vrouwtje op een afdeling van een somatische verpleeghuis: “zuster bent u broeder?”‘

Zegt een verpleegkundige maag-darm-leverziekten in het multidisciplinair overleg : “mw heeft een PEG(ch)-katheter gehad.” Waarop de psychiatrisch verpleegkundige die er nog nooit van gehoord had: “Goh dat is ook naar voor mw. dat die eerste mislukt is.”

‘Een collega en ik lopen over een afdeling van het verpleeghuis met zo’n grote, witte cylinder zuurstof op een karretje. Bewoner: “Is dat een zetpil?”‘

(van een mannelijke verzorgende)‘Ik had tijdens een zomervakantiebaantje in het verpleeghuis op de pg een mannelijke bewoner die niets van mannelijke verzorgenden moest hebben. Ik moest hem wassen en hij schold mij de hele tijd uit. Toen ik eindelijk klaar was, gaf ik hem zijn ontbijt. Vraagt hij opeens: “hou je nog een beetje van me” ik wist niet wat ik moest zeggen, maar moest er wel keihard om lachen.’ 

‘Toen ik in het Havenziekenhuis werkte, waren we ook een keer een demente patiënt kwijt.

Totdat het café aan de overkant belde; ze vonden het al vreemd dat de man een badjas aanhad…’

‘Een collega vroeg aan een leerling eerstejaars of ze even de kunstgebitten willen schoonmaken. Deze pakte een tuiltje ging naar iedere cliënt toe om te vragen of ze kunstgebitten hadden en zo ja of ze die mocht schoonmaken. Ze had zo’n 10 tot 15 kunst gebitten in haar tuiltje ging flink boenen. En toen wist ze vervolgens niet meer van wie welk kunstgebit was… ik heb in mijn broek gepist van het lachen en het duurde uiteindelijk meer dan een uur voordat iedereen weer haar/zijn eigen kunstgebit had.’

‘Wij hadden een demente vrouw liggen in het ziekenhuis en een collega vroeg aan haar of ze veel rookte ze zei toen “nou niet meer als een tegelijk hoor”‘

(een bewoner over een vrouwelijke verzorgende:) ‘Ik vind die broeder erg lief, wel erg vrouwelijk’

‘Pas vroeg een bewoner met Alzheimer aan me: Zuster kan u mij naar huis brengen. Ik zeg:  “Waar woont u dan?” Antwoordt ze: “Ja duh, naast de buren!”

‘We hadden op onze PG afdeling een vrouw liggen en die riep altijd als ze ging slapen. “Help! Help! Ik val!” en dan heel zacht erachteraan “in slaap”.’

‘Patiënte: “Dokter!”
Ik: “Ik ben geen dokter.”
Patiënte: “Als je zo doorgaat zal je het nooit worden ook!”‘

‘Ergens in een Amstelveens verpleeghuis hielp ik een vrouwtje met een panty aandoen. Dat vrouwtje zei: “Goh, ik lijk wel op een leverworst.”‘

‘We waren met een aantal zorgvragers naar de kinderboerderij en gingen op een bankje zitten. Zegt een van de zorgvragers opeens: “Als jullie een dropje willen, er liggen d’r zat op de grond.” (waren konijnenkeuteltjes) We hebben met z’n allen gelachen.’

‘We hadden een keer de tuin versierd met van die punt vlaggetjes, zegt een (pg)bewoner tegen mij: “Och wat hebben die mensen veel was aan de lijn hangen”!’

‘Een collega was zwanger en vertelde dit op de afdeling. Waar een dementerende cliënt bij stond. Zegt hij ineens:  “En ik had het nog wel zo voorzichtig gedaan!” We dachten dat we niet meer bijkwamen van het lachen!’

‘Twee demente zussen woonden samen op de afdeling. De ene zegt tegen haar zus: “Ik mis mijn moeder zo erg.” Waarop haar zus zegt: “Dan mag je de mijne wel even lenen!”‘

‘Cliënt zit in de stoel en kijkt naar buiten. Ik kom binnen, zegt de man: “Zuster kunt u mij hier achter dat raam weghalen, ik voel me net zo’n hoerenkind.”‘

‘Ik heb een poosje in Antwerpen stage gelopen. In België betekent “poepen” sex hebben. Vraagt een Nederlandse arts-assistent aan een bejaarde patiënt met buikpijn: “Meneer wanneer heeft u voor het laatst gepoept?” Patiënt: “Dat is heel lang geleden dokter.”‘

‘Ik werk op een afdeling met demente verpleegkundigen. Vraag ik aan een van hen of ze koffie wil met iets erin. “Nee”, antwoordt ze, “want van suiker word je dement.”‘

Cliënt als ik zijn geslacht aan het wassen ben: “Tsja…vroeger stond hij nog in de weg, nu hangt hij alleen maar in de weg… ik kan hem toch nergens anders meer voor gebruiken.” Ik heb vreselijk gelachen.”

Woordverwarring:

‘Vraagt een dame van in de negentig: “zuster, waar is mijn vibrator?” (rollator)

‘Bewoner: “Mevrouw, weet u waar mijn radiator is?”‘ (rollator)

‘Een patiënt met een katheter die vraagt of je de container even leeg wil laten lopen, want hij is zo vol…’ (katheter)

‘Bewoner: “Mijn konteterzak zit vol…”‘ (katheterzak)

‘Een collega van me tegen een patiënt waar ik bij stond: “Meneer ik kom uw paal halen.” (ze bedoelde infuuspaal)… De patiënt kon er gelukkig hartelijk om lachen!’ 

‘Bewoner: “Zuster mag ik een parasnolletje voor mijn hoofdpijn?”‘

‘Bewoner: “Zuster wanneer krijg ik m’n klimax?” in plaats van klysma.’

‘Een cliënt op een warme zomerdag: “Van dat warme weer ga ik toch altijd zo erg transporteren” (ze bedoelde transpireren)’

Weet jij ook een leuke anekdote? Mail deze dan naar redactie@tvvonline.nl. De leukste plaatsen we op de site.

KIJK HIER VOOR DE NIEUWSTE GRAPPIGE ANEKDOTES

Bron: Verpleegkundigen en Verzorgenden hyves en TVVonline.nl.