Verpleegkundige vaktaal

In de rapportage staat: ‘Decubitus: Mw. kreeg een stuk duodenum op de stuit.’

Een patiënt wordt geprehydreerd ter voorbereiding op een CT-scan. Het infuus piept, gevolgd door een typisch geval van klok en klepel. De patiënt vraagt: ‘Ben ik nu klaar met mijn voorvocht?’

Het polsbandje met identificatie is voor verpleegkundigen zo vanzelfsprekend.  Toch kan het soms patiënt ernstig bezorgd maken. Mevrouw Geel kijkt haar zuster vragend aan: ‘Waar is dat voor?’ De zuster doet geduldig uit de doeken waar het identificatiearmbandje voor dient. ‘O,’ zegt mevrouw Geel opgelucht: ‘Ik dacht dat ze dat om je tenen deden als je bent overleden.’

Verpleegverbasteringen
Rapportage: ‘Venflon sneuvelde. Dhr. kreeg een nieuwe linker-arm.’
Anamnese: ‘Dhr. is zijn prostaat kwijt.’
Rapportage: ‘Dhr. kreeg een hoogoplopende klyx.’
Rapportage: ‘Dhr. was benauwd en werd verneveld.’

Een verpleegkundige alarmeert de arts-assistent, wanneer een patiënt algeheel verslechtert. Ze zegt: ‘Meneer Zwart gaat onderuit,’ waarop de arts antwoordt: ‘Is hij zwaar?’

Frustraties en smoesjes
Meneer Blauw wordt door zijn familie tot rust gemaand. Hij reageert geïrriteerd: ‘Als ik nog rustiger doe ben ik dood.’

Een longpatiënte vertelt dat een longarts haar in het verleden het roken heeft verboden. Zij heeft zich hieraan gehouden. ‘Maar toen hij vorig jaar overleed, ben ik maar weer begonnen.’

Mooie uitspraken
Mevrouw Bruin is ernstig ziek en intens vermoeid. Toch is ze nog niet bereid om op te geven, want ‘mijn fotorolletje is nog niet vol.’

Mevrouw Oranje drukt op de bel. De verpleegkundige komt om de hoek en vraagt wat er is. Mevrouw zegt dat ze niet heeft gebeld. ‘Moet u misschien plassen?’ vraagt de verpleegkundige voorzichtig. Mevrouw Oranje draait met haar ogen: ‘Als ik moest plassen had ik wel gebeld!’

Op een zomerse dag bestelt een patiënt met een laag Hb een glas koud drinken: ‘Doe maar een rosé ferro.’

Oeps…?
Een verpleegkundige belt de dienstdoende dokter of deze een formulier wil komen tekenen. De dokter antwoordt haastig: ‘Ik zit op de spoed. Ik moet nog even twee mensen afmaken en dan kom ik eraan.’

Mooi hè, die uitspraken! Ken jij er nog meer?