Ziekenhuizen onderzoeken voedingstoestand kinderen

 

Het is voor het eerst dat zoveel Nederlandse ziekenhuizen tegelijkertijd
meedoen aan een dergelijk onderzoek.

 

Tijdens het onderzoek wordt gewerkt met een ‘screeningskaart’ waarmee het
risico op ondervoeding van kinderen snel en efficiënt kan worden bepaald. De
verpleegkundig kan een belangrijke rol spelen bij deze screening. De lijst is
onderverdeeld in vier items. Vragen die kunnen worden gesteld zijn bijvoorbeeld:
heeft het kind een risicovol ziektebeeld (hartafwijking, long- of darmziekte),
hoe is het klinisch beeld? (ziet het er ondervoed uit), heeft het kind voor
de opname gebraakt en/of diarree gehad, heeft het een voedingsinterventie (sonde
of drinkvoeding), is het afgevallen, heeft het kind in de laatste weken
voor opname gewicht verloren? Verpleegkundigen zouden deze vragen mee
kunnen nemen in het opnamegesprek. De screeningsformulieren gaan in het
verpleegkundig dossier en bij ontslag moeten de kinderen ook weer gewogen
worden.

 

Ook in een welvarend land als Nederland komt ondervoeding van kinderen
voor. Ondervoeding vertraagt genezing en kan zorgen voor een langere opnameduur.
Het percentage ondervoede kinderen (20 procent) is in Nederland in de laatste
twintig jaar gelijk gebleven. Kinderartsen houden wel dagelijks de groei en
ontwikkeling van een ziek kind in de gaten. Zij hebben echter beperkte aandacht
voor het screenen van de voedingstoestand en de gevolgen ervan op het
voedingsbeleid.

 

Erasmus
MC

 

Lees ook: