Daar ligt Piet, in waarschijnlijk het laatste uur van zijn leven. Totdat zijn familie er is, zit Barbara naast zijn bed, en houdt zijn hand vast.
Die middag ga ik na mijn dagdienst nog even bij Piet langs om gedag te zeggen. Ik heb de laatste 2 dagen voor hem gezorgd en het lijkt wat beter met hem te gaan. Voordat ik vertrek zegt hij zacht: ‘Bedankt, ik heb een fijne dag met je gehad.’ Ik antwoord: ‘En dan maken we er morgen weer zo’n fijne dag van samen!’
De volgende dag gaat het plots een stuk slechter met Piet. Zo slecht dat hij tegen het einde van de ochtend niet meer aanspreekbaar is en de arts een ‘Code 3-beleid’ afspreekt op medische grond.
Piet zal komen te overlijden. Zijn echtgenote en kinderen zijn door de arts op de hoogte gebracht, staan achter de beslissing en komen naar het ziekenhuis. Dat zal echter nog wel een uurtje duren gezien de afstand van hun woonplaats naar het ziekenhuis.
Daar ligt Piet, helemaal alleen op zijn eenpersoonskamer, in waarschijnlijk het laatste uur van zijn leven. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen weg te gaan, pak een stoel en ga rustig naast zijn bed zitten. Als ik zie dat hij steeds moeilijker ademt, pak ik zijn hand en vertel hem dat ik bij hem ben en blijf.
De minuten tikken weg. Minuten die uren lijken te duren. De pauzes tussen de ademteugen worden steeds langer. In gedachten heb ik de echtgenote en kinderen van Piet al wel 10 keer door de deur naar binnen zien komen. Maar ze zijn er nog niet.
Opeens dringt het tot me door dat Piet waarschijnlijk gaat overlijden in mijn bijzijn, zonder zijn familie. Hand in hand met een verpleegkundige. Mijn hart bonkt in mijn keel. Wat vind ik dát verdrietig. Ik zeg tegen Piet dat ‘het goed is’ en dat hij ‘mag gaan’. Het lijken me gepaste woorden.
En dan zie ik de kleur in zijn gezicht veranderen. De volgende ademteug laat wel heel lang op zich wachten. Piet is dood.
Ik besluit bij hem te blijven, want ik wil niet dat de familie binnenloopt als ik net weg ben. Na een kwartier hoor ik dat ze er zijn. De echtgenote van Piet kijkt mij met grote ogen aan als ik vertel dat haar man zojuist is overleden. Ik begeleid haar naar het bed en vertel hoe ik Piets hand heb vastgehouden tot het einde. Dat hij in alle rust is gegaan.
Een paar weken later ligt er een kaartje op de afdeling, speciaal voor mij. Een kaartje waarin de echtgenote van Piet vertelt hoe blij ze is dat ik bij haar man ben gebleven toen hij stierf.
Het kaartje ontroert mij. Deze blijk van waardering is zo waardevol. Dit kunnen betekenen in het leven van mensen is wat ons beroep zo mooi maakt! Ik wens voor 2022 ieder van jullie ook zulke prachtige momenten toe.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account