Veel verzorgenden voelen een weerstand om mondzorg aan ouderen te geven. ‘Hier ligt een belangrijke oorzaak waarom de mondzorg bij ouderen ondermaats is.’
Dit vertelt mondhygiëniste Ineke Lefferts in het aprilnummer van Tijdschrift voor Verzorgenden, vakblad voor mensen die in de ouderenzorg werken. Lefferts: ‘Ik hoor heel vaak: “Ik verwissel nog liever incomateriaal dan dat ik de tanden poets”.’
Dit blijkt ook uit een poll die TvV eerder op de website www.nursing.nl/verzorgenden hield: op de vraag wat verzorgenden het minst fris vonden om te verzorgen, stak ‘het gebit’ , met kop en schouders boven alle antwoorden uit (25%), gevolgd door decubitus (10%) en omgaan met incontintentie (8%).

Lees ook: 7 tips voor het geven van mondzorg
Ook verzorgende ig Conny Pols geeft toe dat zij in het begin van haar zorgcarrière een drempel over moest om mondzorg te geven. ‘Dat het vies is om in iemands mond te werken is een basale gedachte. Ik heb mezelf eroverheen gezet door het gewoon te doen. En met handschoenen aan, dat schrijft het protocol ook voor. Die handschoenen helpen heel erg. Nu het in mijn routine zit, hoort het er gewoon bij.’ Pols denkt dat er best wat verzorgenden zijn die zich achter ‘tijdgebrek’ verschuilen om zo geen mondzorg te hoeven geven. ‘Terwijl het je plicht is: het staat in de richtlijn voor mondzorg.’
Tandarts dr. Anita Visser deed samen met collega Arie Hoeksema en het UMC Groningen onderzoek naar de mondgezondheid bij 1300 ouderen die de afgelopen tien jaar het verpleeghuis zijn binnengekomen. De resultaten zijn schokkend: 80 procent van de nieuwe cliënten heeft een slechte mondgezondheid, oftewel vieze oude gebitsprotheses, onverzorgde implantaten, afgebroken kiezen, gaatjes, tandplak, ontstoken tandvlees en veel etensresten in de mond. Voor Visser en Hoeksema reden genoeg om de noodklok te luiden. ‘De slechte mondgezondheid bij het gros van de kwetsbare, zorgafhankelijke ouderen moet nu echt onder de aandacht worden gebracht. Hulpverleners betrokken bij de zorg rondom deze ouderen moeten zich bewust worden van het feit dat een slechte mondgezondheid zomaar ontstaat wanneer de mond niet goed verzorgd wordt en de tandarts uit beeld raakt. De verzorgenden kunnen hierbij een grote rol spelen.’
Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kreeg signalen uit het veld dat de mondzorg in verpleeghuizen niet op orde zou zijn. Daarom wordt er bij inspectiebezoeken nu ook gecontroleerd op mondzorg. De multidisciplinaire richtlijn ‘Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen’, die in 2007 door de zorginstellingen is opgesteld, is volgens de IGZ een goede leidraad voor verzorgenden. ‘Maar wij krijgen de indruk dat deze richtlijn onder hen niet genoeg bekend is’, vertelt woordvoerster Carolien van Lent. Van Lent. Tekorten aan kennis en vaardigheden, maar ook tijd en motivatie noemen verzorgenden volgens de IGZ vaak als belemmeringen. ‘De instelling is verantwoordelijk voor verantwoorde mondzorg. Dit betekent dat er voldoende tijd moet zijn voor de verzorgenden om de mondverzorging uit te voeren.’ De inspectie publiceert half 2014 een rapport over de stand van zaken rond mondzorg in de zorginstellingen.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account