• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Menu
Zoeken
Inloggen

Nursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigenNursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigen

Waarmee maken wij jou steeds beter?

  • Praktijk
  • Werk
  • Challenge
  • Congressen
  • Abonneren
  • Nursing
    • Home
    • Praktijk
    • Werk
    • Challenge
    • Congressen
  • Service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Abonneren
    • Adverteren
    • Inloggen
    • Wat is de Nursing Challenge?
    • Mijn profiel
  • Meer Nursing
    • Nieuwsbrieven
    • Shop
    • Nursing.be
  • Vacaturebank
    • Vacatures
    • Vacature plaatsen

Praktijk Verpleegtechnische handelingen

5 tips om moeilijk vindbare aders te prikken

Gepubliceerd op: 11 januari 2017
Dit bericht is ouder dan 5 jaar

Hoe prik je moeilijk vindbare aders, bijvoorbeeld bij een obese, ondervulde of oedemateuze patiënt? Nursing vroeg het aan twee prikexperts en kreeg praktische tips. Plus één truc die niet werkt.

Aders kunnen om verschillende redenen moeilijk te vinden zijn. Bij een obese of oedemateuze patiënt liggen de aders vaak dieper en zijn ze minder goed zichtbaar; bij ondervulde patiënten zijn de aders minder goed gevuld en dus kleiner en bij een patiënt met een donkere huidskleur zijn de aders minder goed zichtbaar.

Alfred de Jong, docent en anesthesieverpleegkundige, en Christel Janssens, verpleegkundig specialist van het IV Katherterteam geven vijf trucs om dit soort moeilijk vindbare aders beter te vinden:

1. Laat de patiënt zo veel mogelijk ontspannen. Neem de tijd voor het prikken en probeer de patiënt op zijn gemak te stellen.

2. Zorg ervoor dat de patiënt en met name de arm warm genoeg is. Gebruik hiervoor een deken uit de warmtekast of laat de arm een kwartiertje in warm water hangen. Dit zorgt voor dilatatie van de bloedvaten, waardoor ze beter zichtbaar en/of voelbaar worden.

In het januarinummer vind je nog veel meer handigheidjes voor het prikken van een infuus. Bijvoorbeeld hoe je de beste plek vindt om te prikken, en wat je kunt doen bij beschadigde aders. Lees meer >> 

3. Zorg voor voldoende stuwing. Breng daarvoor een stuwband aan op de bovenarm. Zorg dat de veneuze terugvloei naar het hart wordt afgekneld, maar dat de arteriële circulatie niet wordt belemmerd en de pols dus nog voelbaar is. Alfred de Jong gebruikt als alternatief ook wel een bloeddrukmeter: ‘Het voordeel hiervan is dat die meer controle biedt. Meet eerst de bloeddruk en laat de meter leeglopen. Pomp daarna de meter op tot een waarde die tussen de boven- en onderdruk ligt. Het bloed stroomt dan wel de arm in, maar niet terug naar het hart. Je hebt hiervoor wel een handbloeddrukmeter nodig of een automatische bloeddrukmeter met een venous-stase instelling. Dan pompt de bloeddrukmeter zich op, tussen de zojuist gemeten waarden in.’

4. Laat de arm naar beneden hangen. Christel Janssens: ‘Vraag de patiënt, terwijl de stuwband is aangespannen, om een aantal keer de hand te openen en te sluiten en vervolgens een vuist te maken. Doordat de stuwband de bloedstroom richting het hart tegenhoudt, treedt er venastase op en wordt het bloedvat beter zichtbaar.’

5. Gebruik een venoscoop (bijvoorbeeld Veinlite®, Veinviewer®), al dan niet bevestigd op een statief, om de bloedvaten beter zichtbaar te maken. Deze toestellen zijn echter duur en zorgen alleen voor een betere zichtbaarheid, niet voor een betere diameter of beter verloop van de ader. Een goede stuw- en priktechniek blijft cruciaal.

Wist je dat prikaccidenten het vaakst voorkomen ná het prikken? Dus bij het opruimen of verwerken van het afval, vaak nét op het moment dat je er niet meer bij bent met je hoofd. Lees meer >>

Deze truc werkt niet

In de wandelgangen wordt wel eens de truc genoemd om nitrospray op de huid te spuiten. Een truc die niet werkt, aldus Alfred de Jong: ‘Nitrospray (nitroglycerine) is een vaatverwijdend middel dat op de slijmvliezen onder de tong wordt gespoten bij angina pectoris en acuut hartfalen. Maar omdat de huid een sterke isolerende werking heeft, is het vaatverwijdende effect van nitrospray op de huid nihil. Daarnaast laat nitrospray een vetlaagje achter op de huid waardoor het infuus moeilijker te fixeren is.’

Alfred de Jong is anesthesieverpleegkundige in het Franciscus Gasthuis te Rotterdam, en eigenaar en docent bij Precision Bijscholingen.

Christel Janssens is lector aan het UC Leuven-Limburg, verpleegkundig specialist bij het Referentieteam Intraveneuze Katheterzorg van UZLeuven en bestuurslid van BeVANet (Belgian Vascular Access Network).

Gepubliceerd op: 11 januari 2017
Door: Francine Aarts

Thema:

Verpleegtechnische handelingen

Tags:

Verpleegtechnische handelingen

Lees Interacties

Geef je reactie Reactie annuleren

Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account


Praktijk Verpleegtechnische handelingen

icon-Praktijk

Praktijk

Nieuwe richtlijn over ADL-zorg: dit valt op

icon-Verpleegtechnische handelingen

Verpleegtechnische handelingen

Postoperatief een urinekatheter verwijderen: beter eerder of later?

icon-Verpleegtechnische handelingen

Verpleegtechnische handelingen

Zelfkatheterisatie: wat als mijn patiënt het niet volhoudt, en andere vragen

icon-Verpleegtechnische handelingen

Verpleegtechnische handelingen

Voormalig verpleegkundige mag niet meer zelfstandig aan het werk

icon-Verpleegtechnische handelingen

Verpleegtechnische handelingen

Waarom is de auscultatiemethode ongeschikt, en 6 andere vragen over de neusmaagsonde

Bekijk meer

Newsletter

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en vakinhoudelijke artikelen?

Schrijf je dan in voor een van onze nieuwsbrieven.

Aanmelden

Footer

Meer nursing

Abonneren

Gratis proefabonnement

Shop

Contact

Volg ons op

Adverteren

Personeeladvertentie

Adverteren & partnerships

Nursing Vlaanderen

Ga naar Nursing.be

© Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Nature

  • Privacy Statement
  • Disclaimer
  • Voorwaarden
  • Cookie voorkeuren