Steeds meer zorgaanbieders in de wijkverpleging kiezen voor het werken zonder contract. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt de Nederlandse Zorgautoriteit. Maar volgens de stichting Zorgrecht kunnen veel zorgverleners niet anders.
In 2018 bedraagt de ongecontracteerde wijkzorg naar schatting 6,2 procent van de totale kosten voor wijkverpleging; bijna een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de Monitor contractering wijkverpleging 2018, die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) deze week publiceerde. De groep die bewust afziet van een contract met een of meer zorgverzekeraars groeit eveneens: die is 19 procent tegenover 12 procent vorig jaar.
Duur
Bij niet-gecontracteerde wijkverpleging gaat het vaak om zzp’ers en kleinere zorgaanbieders. Zorgverzekeraars zijn wettelijk verplicht om een vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te betalen. De NZa vindt de toename van ongecontracteerde zorg onwenselijk. Niet-gecontracteerde wijkverpleging is ongeveer twee keer zo duur als gecontracteerde wijkverpleging, zo bleek uit onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS. Ook afspraken maken over kwaliteit wordt lastiger zonder contracten, stelt de NZa.
Redenen
In datzelfde rapport werd aanbieders ook gevraagd waarom zij zonder contract werken. Een deel vindt het tarief of budgetplafond van de zorgverzekeraars te laag. Ook meer zelf regie voeren en kwaliteit leveren, is een argument. Verpleegkundigen willen de ruimte krijgen om de vraag achter de vraag te stellen. Zo kunnen ze meer tijd nemen voor de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. Een recent rapport van het ministerie VWS bestrijdt dat overigens. Daaruit blijkt dat zorgaanbieders zonder contract ‘het personeel minder doelmatig inzetten’.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account