Do’s en dont’s bij smetten

Zinkolie, zinkzalf of zinkpasta? En welke kant van Engels pluksel gaat op de huid? Nursing zet een aantal do’s en dont’s op een rij voor het voorkomen en behandelen van smetten.

De helft van de ondervraagde verpleegkundigen en verzorgenden zegt dagelijks te maken te hebben met cliënten met (risico op) smetten ofwel intertrigo. Toch kennen twee op de drie de richtlijn uit 2011 niet. Ook blijken veel verpleegkundigen en verzorgenden knelpunten te ervaren bij de preventie en behandeling van smetten. Dat bleek onlangs uit onderzoek van Nivel en IQ Healthcare. Nursing zet een aantal do’s en dont’s op een rij.

Do’s:

1. Gebruik de praktijkkaarten voor preventie en behandeling van smetten. Hierin heeft V&VN de belangrijkste punten uit de richtlijn Smetten samengevat.
2. Wees alert op cliënten in de risicogroep. Het risico op smetten is bijvoorbeeld hoger bij cliënten met diabetes, obesitas en verminderde weerstand. Alle risicofactoren vind je in de richtlijn Smetten uit 2011.
3. Voorkom huid-op-huidcontact met ondersteunende kleding zoals onderbroeken met pijpjes en een katoenen hemd onder de bh. Of breng een van de volgende materialen aan in de huidplooien: scheurlinnen, non-woven gaas of Engels pluksel (met de ruwe zijde op de huid).
4. Breng zinkoxidesmeersel FNA (zinkolie) altijd dun aan en klop het in de huid. De huid moet zichtbaar blijven.
5. Gebruik bij het wassen weinig of geen zeep (parfumvrij), spoel de zeepresten goed af en dep de huid goed droog.