Verpleegkundigen krijgen een grotere rol bij vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase. Dat blijkt uit de op 9 mei gepubliceerde herziene richtlijn.
De richtlijn Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase is een initiatief van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). De vorige richtlijn werd in 2010 gepubliceerd. Nieuw is dat de aanbevelingen gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Duidelijker omschreven is bijvoorbeeld wat verpleegkundigen kunnen doen als een patiënt met ongeneeslijke kanker vermoeid is.
Vermoeidheid meten
Meten is volgens de richtlijn belangrijk, en ook verpleegkundigen hebben daarbij hun rol. Driekwart van alle patiënten met ongeneeslijke kanker krijgt last van vermoeidheid. De impact op de kwaliteit van leven is groter dan die van pijn. Verpleegkundigen kunnen vermoeidheid zelf meten, en het is altijd verstandig om met de arts te bespreken wie meet. Gebruik ook de juiste meetinstrumenten, benadrukt de werkgroep die de richtlijn schreef.
Interventies
Ook nieuw is het overzicht van wetenschappelijk onderbouwde interventies. Bewegen is een belangrijke, daarnaast beschrijft de werkgroep meerdere psychosociale interventies en adviezen over medicatie.
Ondersteuning bij vermoeidheid
Voor Nursing beantwoordde verpleegkundig expert medische oncologie Marlies Peters vragen over vragen over vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase. Zij zat namens V&VN in de werkgroep. In dit (Premium-)artikel lees je hoe je de vermoeidheid herkent en in kaart brengt. En in dit (Premium-) artikel gaan we in op de verpleegkundige interventies, bijvoorbeeld het stimuleren van beweging. Ook krijg je tips over slaap, voeding en psychosociale interventies.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account