Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) naar de aard, de omvang en het effect van de consultatieregeling over de periode 2000 – 2005. consultatie kan de vorm hebben van een driegesprek (consultatiegever, consultatievrager en patiënt), een tweegesprek (consultatiegever en patiënt), of van telefonisch overleg tussen consultatiegever en consultatievrager.
GGZ-hulp
De consultatieregeling bestond uit een groot aantal door het Ministerie van VWS gefinancierde projecten, die de toegenomen vraag naar GGZ-hulp en de wachtlijsten in de GGZ moesten oplossen. Dit zou moeten gebeuren door de eerstelijnszorg (huisartsen, Algemeen Maatschappelijk Werk en, eerstelijnspsychologen) te ondersteunen bij het behandelen van mensen met psychische stoornissen, zonder dat de werkdruk van huisartsen betreffende patiënten met psychosociale en psychische problemen zou toenemen. VWS heeft het NIVEL gevraagd deze consultatieregeling te evalueren. Het NIVEL doet dit sinds het jaar 2000.
Maatschappelijk werk
Meer dan 130 projecten hebben gebruik gemaakt van de Consultatieregeling, zeker 100 hiervan hebben substantiële activiteiten ontwikkeld. Huisartsen waren betrokken bij 90% van de projecten. Het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) en de eerstelijnspsychologen waren betrokken bij meer dan de helft van de projecten, dit leverde echter slechts een gering aantal gevraagde consultaties op.