Van den Brink-Tjebbes werd geboren in 1924. Ze werkte lange tijd als uitvoerend verpleegkundige. Later was ze inspecteur bij de Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid en tot in de jaren ’90 schreef ze (studie)boeken over de ontwikkeling van de verpleging. Bekend zijn Verplegen naar de maat, een verplegingswetenschappelijke optiek (1987) en Verplegen in verbondenheid (1997).
Verpleegkundig model
In het verpleegkundig model van Van den Brink-Tjebbes staan eigen verantwoordelijkheid en een holistische mensvisie centraal. Zij stelt dat zelfzorg noodzakelijk is om zinvol te kunnen leven. Bij een tekortschietende zelfzorg is er sprake van een zelfzorgtekort, en kan de verpleegkundige het tekort aanvullen of overnemen.
Van den Brink-Tjebbes maakte onderscheid in 18 zelfzorggebieden en drie gedragsvarianten (verpleegkundig gedrag, participatiegedrag , hulpverlenersgedrag). Samen vormen ze een matrix die werd gebruikt als ordeningsprincipe voor het verzamelen van gegevens. Ze waren de methodische basis voor de zorgplannen in veel zorginstellingen.
Andere bekende verpleegkundige theorieën zijn die van Dorothea Orem, Henderson en Gordon.
sleutel rol in het vak
Aaaaah, de enige zinnige ordening wat mij betreft. Terug naar de basis. Weg met de andere goeroes, als het aan mij ligt. Bij v.d. Brink Tjebbes had je tenminste geen handboek nodig om het te snappen.
Ik ben nog opgeleid volgens de theorie van van den Brink Tjebbes. Een icoon heeft ons verlaten.