Mensen met dementie krijgen mindere zorg als ze op wachtlijst voor een verpleeghuis zijn gezet. Hierdoor komen casemanagers dementie en wijkverpleegkundigen in de knel. ‘Ik maak me er echt boos over.’
Dit blijkt uit onderzoek van De Monitor (KRO-NCRV) en dagblad Trouw naar de verpleeghuiszorg. Wanneer de zorgzwaarte te groot is bij mensen met dementie die thuis wonen, worden ze op de wachtlijst gezet van een verpleeghuis. Hiermee belanden ze in een ander financieringssysteem voor de zorg, namelijk van de Zorgverzekeringswet/WMO naar de Wlz. Hiermee leveren ze gemiddeld vijf uur minder zorg per week in, melden casemanagers dementie in een enquête die De Monitor en Trouw hielden. Dit wordt de zogenaamde ‘zorgval’ genoemd. De enquête is ingevuld door 360 casemanagers dementie, waarvan ruim 68 procent aangeeft dat de overgang van thuis naar verpleeghuis problematisch verloopt.
‘Krom en belachelijk’
Wijkverpleegkundige Margriet van Rooijen vertelt aan De Monitor dat ze aan de lopende band mantelzorgers moet uitleggen waarom hun familielid ineens minder zorg krijgt als ze op de wachtlijst voor het verpleeghuis komt: ‘Het is heel krom en belachelijk. Ik maak me er echt boos over.’ Omdat de wachttijd voor een verpleeghuis soms wel een jaar kan duren, betekent dit dat mensen met dementie het voor langere tijd met minder zorg moeten doen. Wijkverpleegkundige van Rooijen: ‘De kinderen denken dat ze er goed aan doen door vooruit te denken. Ik vind dat positief, maar het blijkt dus heel anders uit te pakken en dan heb je een heel vervelend gesprek. Ik moet mensen gaan uitleggen dat hun ouder door deze regeling minder zorg krijgt. Als verpleegkundige wil ik inhoudelijk met zorg bezig zijn, maar ik moet nu een gesprek voeren met familieleden over het beschikbare geld voor de zorg.’
Bekijk hier de aflevering van De Monitor over de problemen in de thuiszorg >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account