De meeste verpleeghuizen werken met zelfsturende teams, maar de medewerkers ervaren er niet meer autonomie, blijkt uit onderzoek. Nursing vraagt opheldering aan zelfsturing-expert Coby Franken.
In twee derde van de organisaties wordt inmiddels gewerkt met zelfsturing, blijkt uit een onderzoek van het Trimbos Instituut naar zelfsturing in de verpleeghuiszorg. Het onderzoek is vorige week door minister De Jonge van VWS aangeboden aan de Tweede Kamer als onderdeel van de voortgangsrapportage over Wet langdurige zorg (Wlz).
De mate van zelfsturing verschil nogal. Slechts één locatiemanager meldt dat teams volledig eigen zeggenschap hebben. In de andere gevallen krijgen de teams ondersteuning op het gebied van financiën, ziekteverzuim en werving en selectie. Ongeveer een derde van de teams draagt geen verantwoordelijkheid voor de uitgaven van de afdeling en het rooster. ‘Dat roept bij deze organisaties de vraag op waar de zelfsturing of zelforganisatie dan wel tot uiting komt’, schrijven de onderzoekers.
- ‘Zelfsturing gaat niet samen met meer ervaren autonomie. Dat is opvallend: je zou verwachten dat teams meer regelruimte en dus autonomie hebben als zij zelfsturend werken.’
- ‘Opvallend is dat we weinig verschillen vinden in de aansturing van woonvoorzieningen die zelfsturend en niet-zelfsturend werken. Waar zelfsturing is ingevoerd ligt het aantal fte voor leidinggevenden over alle lagen bij elkaar opgeteld, absoluut gezien 1 fte lager en dat verschil is niet significant. Tegen de verwachtingen in is het aantal lagen in zelfsturende woonvoorzieningen ook niet lager dan in voorzieningen die niet-zelfsturend zijn.’
- ‘In woonvoorzieningen die zelfsturend werken, wordt meer psychofarmaca voorgeschreven.’ De onderzoekers noemen dit een verrassende uitkomst, maar zijn voorzichtig in hun conclusies, omdat het ook toeval zou kunnen zijn. Een mogelijke verklaring is dat artsen die samenwerken met zelfsturende teams zich eerder onder druk voelen staan om psychofarmaca voor te schrijven. Hier zou vervolgonderzoek naar gedaan moeten worden.
- ‘In zelfsturende woonvoorzieningen werken in vergelijking met niet-zelfsturende naar verhouding meer medewerkers met niveau 3 en minder met niveau 4. Dat is ook een verrassende bevinding. Is dit toevallig of een bewuste keuze? Nader onderzoek is nodig.’
Trainer Coby Franken, van SBI Formaat, die medezeggenschap begeleidt bij organisaties die bezig zijn met zelfsturing, plaatst na lezing van het onderzoek vraagtekens bij de mate van zelfsturing. ‘Dit is voor mij heel herkenbaar uit de praktijk. Vaak noemt een organisatie zichzelf zelfsturend of ‘zelforganiserend’, terwijl dat feitelijk helemaal niet zo is. Dan wordt de teams van bovenaf even verteld hoe het moet en krijgen de teams nauwelijks meer regelruimte, terwijl die regelruimte essentieel is bij zelfsturing.’
De medewerkers ervaren met zelfsturing niet meer autonomie. Hoe verklaar je dat?
‘Als er echt sprake is van zelfsturing, hebben leidinggevenden, als die er tenminste nog zijn, een andere, meer coachende rol. Soms hangt de oude manager in de nieuwe functie van coach aan het team. Coachen is echt wat anders dan managen. De coach begeleidt het groepsproces, hij neemt geen taken over. Niet iedereen slaagt erin het managen los te laten en dan gaat een team vrolijk op de oude voet door.’
Was zelfsturing een hype en inmiddels op z’n retour?
‘Nee, het is geen hype. Maar soms wordt het als hype ingevoerd en niet als daadwerkelijke organisatieverandering van onderaf. En dan zie je dat het niet werkt. Sommige organisaties hebben het alweer teruggedraaid. Dat zijn dan vaak de organisaties die zelfsturende teams met de verkeerde bedoeling hebben ingevoerd, bijvoorbeeld omdat het goedkoper zou zijn. Dat is het dus niet. Het is een cultuuromslag en dat vraagt nogal wat van een organisatie. Je kunt niet in één keer alle verantwoordelijkheid bij het team leggen. De taakverdeling en de nieuwe rollen moeten vorm krijgen. Teams moeten de tijd krijgen om uit te vinden hoe ze met elkaar kunnen samenwerken. Daar is vaak begeleiding bij nodig, training in soft skills. Dat kost tijd en geld.’
Geloof je zelf nog wel in zelfsturing?
‘Jazeker. De moderne zorg vraagt om slagvaardige, kleine teams die snel beslissingen kunnen nemen en snel kunnen inspelen op veranderingen. Verpleegkundigen en verzorgenden vinden het werk vaak uitdagender als ze meer autonomie krijgen. Gelukkig zie ik ook organisaties waar het wel goed gaat. Waar een organisatie oprecht zoekt naar andere, betere manieren van werken. Waar goed wordt geluisterd naar de medewerkers.’
Wat moeten organisaties vooral niét doen?
‘Een fout die bestuurders wel maken is dat ze bij zelfsturen een managementlaag eruit halen, en dan alles loslaten vanuit de gedachte dat het vanzelf wel goed komt. Als je wil dat teams zelf gaan sturen, moet je niet stoppen met sturen. Je moet anders sturen. Zorgen dat teams zich gaan ontwikkelen. Dat ze hun werk zelf leren organiseren en plannen. Daar moeten ze ondersteuning bij krijgen en voldoende faciliteiten. Maar vooral moeten ook duidelijke kaders worden overeengekomen (niet opgelegd). Wat is het budget? Wat gebeurt er bij ziekteverzuim en wie doet de beoordelingsgesprekken? Hoe worden nieuwe medewerkers aangenomen? Hoe groot zijn de teams en wat is de rol van de verpleegkundige? Een laissez-faire houding geeft veel onduidelijkheid en onrust, een top-down benadering geeft onvrede en frustratie. Zoek een goede balans en ga de dialoog aan met de medewerkers.’
Lees ook: ‘Zelfsturende teams hebben bij de start meer begeleiding nodig’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account