Beperk het aantal indicatoren om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg te meten en maak verpleegkundigen meer bewust van het belang. Dat zijn belangrijke conclusies van het promotieonderzoek van IC-verpleegkundige Dewi Stalpers, onder supervisie van prof. dr. Marieke Schuurmans en dr. Marian Kaljouw.
Stalpers promoveerde aan de Universiteit Utrecht met haar onderzoek naar de effectiviteit en bruikbaarheid van kwaliteitsindicatoren in ziekenhuizen. Zij concludeert dat de kwaliteitsindicatoren zoals die van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zeker zinvol zijn, ‘maar het is van belang dat verpleegkundigen ook daadwerkelijk weten waaróm ze de bijbehorende afvinklijstjes in moeten vullen, vertelt zij in een interview aan TvZ, vakblad voor verpleegkundigen. Een van de kerntaken van verpleegkundigen is om risico’s te screenen bij patiënten en vervolgens interventies in te zetten. ‘Een manier om verpleegkundigen inzicht te geven in de meerwaarde van de afvinklijstjes is door te laten zien op welke manier deze effect hebben op de patiëntenuitkomsten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het meten van het risico op ondervoeding, vervolgens de inzet van extra voeding bij hoog-risico patienten en als uitkomst de eiwitinname op dag vier van de ziekenhuisopname. De hoogte van die inname zegt iets over de conditie van patiënten, en dus iets over de kwaliteit van de zorg.’
Wildgroei aan checklists
Zorginstellingen en toezichthouders zijn geneigd om het niet te laten bij een beperkte indicatorenset zoals die van de IGZ. Stalpers: ‘De laatste jaren is er een wildgroei aan maten en methodes waarmee instellingen een beeld willen krijgen van de kwaliteit die ze leveren. Het is niet verstandig om zorgprofessionals te bedelven onder criteria en checklijstjes die ze elke dag weer moeten invullen. Verpleegkundigen hebben 1001 aandachtspunten, ze moeten zoveel verschillende dingen afvinken, dat ze niet meer goed gefocust zijn op hetgeen waar de indicatoren voor bedoeld zijn. Dat kan invloed hebben op de kwaliteit van het verpleegkundig handelen.’ Om het verpleegkundig handelen te optimaliseren is het van belang dat de veelheid aan indicatoren wordt gereduceerd tot die indicatoren die het meest sprekend zijn voor de verpleegkundige zorg in een bepaalde setting, de ervaren barrières worden weggenomen en de intrinsieke motivatie wordt verhoogd door verpleegkundigen bewust te maken van de meerwaarde van het registreren/documenteren van indicatoren.
Magneetziekenhuizen
Ook toont Stalpers met haar onderzoek aan dat de werkomgeving van verpleegkundigen grote invloed heeft op de geleverde zorg. Zij bestudeerde hierbij het excellente zorgprincipe waarop de magneetziekenhuizen in Amerika gebaseerd zijn. In deze ziekenhuizen is de werkomgeving zo goed voor verpleegkundigen, dat ze tevreden zijn over hun werkzaamheden, en kwalitatief hoge zorg leveren. ‘Ik heb de acht kenmerken van dit format bestudeerd, om te zien in hoeverre deze kenmerken worden gewaarborgd in Nederlandse ziekenhuizen’, vertelt Stalpers aan TvZ. ‘Factoren als autonomie, goed onderlegde collega’s, voldoende en efficiente inzet van verpleegkundig personeel, en goede samenwerking met artsen hebben grote invloed op de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Behalve de werkomgeving, zijn de mate van proactief gedrag en het kritisch reflecterend vermogen van verpleegkundigen belangrijk in relatie tot de geleverde kwaliteit. Dat blijkt uit mijn inventarisaties bij IC-afdelingen van drie verschillende ziekenhuizen, maar ook uit de literatuur.’
Laura Visser promoveerde recent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, met haar onderzoek naar E-health. ‘Het levert niet alle voordelen op waar mensen op hopen.’ Lees meer >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account