We vinden ze lastig, ondankbaar, klagerig, tegendraads of ronduit onhandelbaar. Hoewel iedere verpleegkundige heeft geleerd om om te gaan met psychiatrische patiënten, blijft het toch een vak apart.
Vandaar ook dat de ene verpleegkundige kiest voor de somatiek en de ander voor de psychiatrie. Maar dat onderscheid is in de praktijk niet altijd even scherp te maken. Want wat nou als je als verpleegkundige in het ziekenhuis of de thuiszorg geconfronteerd wordt met psychiatrische problematiek en je steeds vaker met tegenzin naar die ene patiënt toe gaat?
Kruip niet in je schulp en práát erover! Het is niet erg als een patiënt je niet ligt. Wellicht heeft een collega een veel betere band met die ‘lastige patiënt’. Accepteer dat en kijk met je team welke oplossingen er zijn. Of roep de hulp in van een consultatief psychiatrisch verpleegkundige.
Natuurlijk word je geacht iedere zorgvrager – dus ook die met psychiatrische problemen – zo goed mogelijk te verzorgen. En het is fijn als je weet hoe. Vandaar dat we met ingang van het juli-augustusnummer in het tijdschrift Nursing, iedere maand een casus psychiatrie brengen. Om je tools te geven om het verplegen van deze patiënten als uitdaging te zien.
Dat het verplegen van psychiatrische patiënten niet altijd kommer en kwel is, ondervond ik toen ik stage liep op een afdeling geriatrie. ‘Zuster, kijk eens: allemaal chocopaardjes in de vensterbank.’ Hoewel ik wist dat Sinterklaas al was geweest, keek ik toch geïnteresseerd richting het raam, waar nog geen bloempot op stond. ‘Lekker’, zei ik, ‘wel een stuk of tien. Hoeveel chocopaardjes telt u?’, vroeg ik terwijl ik de waskom naar mij toe trok. De beste man keek mij verwonderd en vooral opgelucht aan: ’Oef, gelukkig’, zei hij uit de grond van zijn hart. ‘Ik dacht dat ík gek was geworden.’ En zo zie je maar, er bestaat ook nog zoiets als prettig gestoord.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account