Het aantal medicatiefouten bij kinderen neemt aanzienlijk af wanneer een apotheker onderdeel wordt van het behandelteam en dagelijks aanwezig is bij de visite.
Dit blijkt uit promotieonderzoek van klinisch epidemioloog Jolanda Maaskant, hoofd onderzoek aan de Hogeschool Amsterdam en medewerker kwaliteit en patiëntveiligheid in het AMC. In de volwassenenzorg is veel aandacht voor het reduceren van medicatiefouten. Maar hoe het bij kinderen zit, is weinig over bekend. Dat was reden voor Maaskant om de medicatieveiligheid bij deze doelgroep onder de loep te nemen. ‘Dat bij kinderen andere zorg geleverd wordt, is duidelijk: bij kinderen wordt veel meer gewerkt met aangepaste doseringen, bepaalde medicatie is ongeschikt voor kinderen, of komt in een vorm die kinderen niet kunnen nemen, zoals grote pillen. Ik vond het tijd om te onderzoeken of dit invloed op de medicatieveiligheid heeft’, vertelt Maaskant in een interview met TvZ, vakblad voor verpleegkundigen.
Dezelfde oorzaken
Uiteindelijk blijkt er qua medicatiefouten amper verschil te zijn tussen volwassenen en kinderen. Maaskant vond het opvallend dat de medicatiefouten zo vergelijkbaar zijn: ‘De typische kinderelementen die ik eerder noemde, speelden amper een rol. In tegenstelling tot wat ik verwachtte. De oorzaken zijn ook grotendeels hetzelfde: verschillende ICT systemen om medicatie in voor te schrijven, die bovendien niet gebruikersvriendelijk zijn.’
Inzetten apotheker
Wanneer een apotheker betrokken wordt bij de behandeling op de kinder intensive care, daalt aantal medicatiefouten met een kwart, blijkt uit onderzoek van Maaskant. ‘Voordat de apotheker werd ingezet, was het aantal medicatiefouten op 100 voorschriften 2,27. Als je een apotheker inzet, daalt dit naar 1,74 voor de totale groep IC kinderen. En bij de kinderen bij wie de apotheker actief alle medicatie evalueert en hierover feedback geeft, daalt het aantal medicatiefouten zelfs tot vrijwel nul. Dit geeft maar aan dat we meer gebruik moeten maken van deze zeer hoog opgeleide mensen, die veel weten van medicatie, maar vaak ergens weggestopt zitten in een uithoek van het ziekenhuis. We gebruiken hun kennis veel te weinig op patiëntafdelingen.’
Leerzaam voor verpleegkundigen
De resultaten waren zo positief, dat de apothekers ook na het onderzoek onderdeel blijven van het IC team: ‘Dat vinden zowel de artsen als verpleegkundigen fijn. De apotheker is in totaal zo’n drie uur op de afdeling aanwezig. De complexe patiënten worden besproken, de medicatie bekeken. Ondertussen haalt de apotheker de fouten eruit, zoals overdosering, onderdosering, medicatie die te lang wordt voortgezet, te laat gestart is en medicijncombinaties die niet handig zijn.’ Volgens Maaskant vonden de verpleegkundigen het heel leerzaam om bijgestaan te worden door de apotheker: ‘Natuurlijk is het nooit leuk om te horen dat je iets niet goed doet, maar uiteindelijk heb je allemaal hetzelfde doel: fouten voorkomen.’
Dubbelcontroles niet evidenced based
Ook opvallend vond Maaskant dat er heel veel bedacht is om medicatiefouten te voorkomen, maar dat maar bar weinig hiervan onderbouwd is met evidenced based practice (ebp). ‘Er is zoveel bedacht om medicatieveiligheid te verbeteren: smartpompen, dubbelcontroles, spuitjes met kleurtjes, maar uiteindelijk vonden we maar zeven studies die een interventie goed wetenschappelijk onderbouwde. Vooral dat er geen bewijs bestaat voor de dubbelcontroles, vind ik bijzonder. Het lijkt natuurlijk aannemelijk dat het medicatiefouten vermindert, maar hoeveel hiermee voorkomen wordt is helemaal niet duidelijk. Terwijl het toch een heel tijdrovende klus is.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account