De samenleving wil graag terug naar het zorgeloze leven. ‘Afstand houden? Ik ben nu wel klaar met dat coronagedoe.’ Wie hen herinnert aan de ernst van corona, zoals een verpleegkundige met een trauma, staat die ambitie in de weg.
Ik heb me vroeger vaak eenzaam gevoeld. Dan fietste ik na een zware avonddienst naar de kroeg om aan te sluiten bij een vriendengroep. Maar niemand zat te wachten op mijn ziekenhuiservaringen. Alsof er een soort code bestond. Hier praten we alleen over leuke dingen. Ziekte, dood en lijden horen daar niet bij.
Soms probeerde ik er wel over te vertellen, maar dan werd ik subtiel herinnerd aan de code. Mijn vrienden vroegen niet door als ik begon over de epileptische aanval van een jonge man. Snel schakelden zij over naar een minder beladen thema. ‘Heftig man, maar hoe is het eigenlijk met je nieuwe huis?’
Het leidde ertoe dat mijn ziekenhuisleven een soort privédomein werd. Iets dat alleen van mij was. Dat maakte het gevoelsmatig minder echt. Alsof alle gebeurtenissen, van ontplofte stoma’s tot plotselinge overlijdens nooit hadden plaatsgevonden. Alsof ze geen bestaansrecht hadden.
Mijn vrienden zijn wat dat betreft een prima afspiegeling van de samenleving: we stoppen al het lijden keurig weg in gebouwen waar we liever niet vrijwillig binnenstappen. Een beetje kinderachtig maar het werkt wel: wat we niet zien, bestaat niet. Kennelijk is dat een belangrijk ingrediënt van een zorgeloos leven.
Juist dat zorgeloze levensgevoel is de afgelopen maanden stevig op de proef gesteld door corona. We kregen het lijden letterlijk in ons gezicht gesmeerd, of we nu wilden of niet. Maar de samenleving wil maar wat graag terug naar dat zorgeloze gevoel. Dat het lijden terugkeert naar waar het thuishoort: buiten het zicht, zodat we als vanouds kunnen doen alsof het niet bestaat.
Het is in die context dat covid-verpleegkundigen hun ervaringen en emoties proberen te verwerken. Zij hebben stikbenauwde mensen zomaar dood zien gaan, elke dag weer. Zij hebben naasten weggehouden bij hun familie, al wilden ze het tegenovergestelde doen. Zij kregen applaus toen ze eraan begonnen, maar wie zit er nu op hun verhalen te wachten?
De eenzaamheid die ik vroeger ervoer zie ik vandaag de dag terug bij collega’s die op de covid-afdeling of de ic werkten tijdens de pandemie. Alleen dan 100 keer uitvergroot. Hun ervaringen zijn vele malen heftiger, de weerstand van de samenleving om ernaar te luisteren stukken groter. ‘Afstand houden? Ik ben nu wel klaar met dat coronagedoe.’
Je kunt er gefrustreerd van raken, maar het zijn verwoede pogingen van angstige mensen om terug te keren naar het normale, zorgeloze leven van voorheen. Wie hen herinnert aan de ernst van corona, zoals een verpleegkundige met een trauma, staat die ambitie in de weg.
Eerst applaus, daarna het taboe. Voor verpleegkundigen een nieuwe ervaring. Militairen weten niet beter. Vrolijk worden zij uitgezwaaid, maar wanneer zij beschadigd terugkeren uit een oorlog rest de stilte.
Voor getraumatiseerde soldaten is het Veteraneninstituut opgericht. Dat probeert professionele begeleiding en lotgenotencontact te organiseren. Soms lukt dat, soms niet, maar inspirerend is het wel. Misschien is het tijd dat de zorgsector traumabegeleiding net zo serieus gaat nemen als de gaten in het rooster.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account