Veel echtparen denken dat ze ‘gezond’ oud zullen worden met elkaar. Blogger Rob kan daar niet bij. ‘Zijn we werkelijk zo naïef?’
Rob woont in een klein straatje – twintig woningen – en de bewoners houden elkaar op de hoogte in een whatsappgroep. In die buurtapp stond opeens een bericht over de achteruithollende gezondheid van buurman P. Deze buurman is rond de 75 jaar en krijgt al jarenlang meerdere malen per dag een verpleging thuis. Hij leidt een teruggetrokken bestaan, dus ik weet niet precies waarvoor dat nodig is. Op de jaarlijkse buurtbarbecue hoorde ik eens iets over chronisch hartfalen. In ernstige vorm gaat dit gepaard met talloze klachten, waaronder vermoeidheid en benauwdheid. Dit zou het thuisbezoek kunnen verklaren.
Dat hij nóg ernstiger ziek is dan ik wist, blijkt uit het berichtje in die buurtapp. Meneer P. heeft darmkanker met doorgroei in de blaas en uitzaaiingen in de longen. Dat is de dag ervoor in het ziekenhuis geconstateerd, schrijft de buurvrouw van meneer P. op verzoek van zijn kinderen. Hij moet daar ook voorlopig blijven, want hij is te zwak voor vervoer naar huis. Zo kan hij bij voorbeeld niet zelfstandig uit bed komen en kan hij niet gewoon eten. ‘Alleen vloeibaar.’
Het berichtje lokt in korte tijd een stroom van reacties op. Allemaal hartverwarmende, steunende reacties. Veel sterkte, hopelijk knapt hij op, beterschap… Dat soort berichten. De buurvrouw van meneer P., overweldigd door deze hausse aan positiviteit, zal ze aan de kinderen van meneer P. laten lezen. Ter morele ondersteuning, zeg maar. Ondertussen vraag ik me vooral af of meneer P. al niet bezig is met een langzame glijvlucht richting het onvermijdelijke einde. En of de familie zich niet vooral zou moeten focussen op afscheid nemen. In plaats van hopen op opknappen en denken aan beterschap. Maar ja, moet ik dat in de buurtapp gooien? Het staat zo, eh, sfeerverpestend.
Een week later zit ik bij een vergadering over een onderzoeksproject op gebied van ‘mantelzorg’ in de palliatieve zorg. Eén van de aanwezigen – een zestigplusser – stelt dat mantelzorg in die palliatieve fase toch altijd een nare verrassing is. Zeker als je dat op je eigen partner betrekt. Want tja, zegt hij, je gaat er toch altijd van uit dat je samen oud wordt, zonder je af te vragen hoe dat er werkelijk uitziet.
Ik schrik daarvan. Dat we over het algemeen onze kop in het zand steken voor onze eigen dood is nog tot daaraan toe, maar dat er het hardnekkige idee zou bestaan dat iedereen ‘gezond’ oud wordt met elkaar, zonder (zorg)afhankelijkheid tegen te komen, lijkt me helemaal een extreme oogkleppenkijk op het leven. Zijn we werkelijk zo naïef? Denken we allemaal dat ‘de ander’ gelukzalig, en tot dat moment vrij van lichamelijke klachten, in de slaap komt te overlijden? Het is niet alleen de dood die permanent als ‘ver-van-mijn-bed-show’ wordt ervaren. Het geldt óók voor verlies van gezondheid. Ondertussen is buurman P. vanuit het ziekenhuis naar een hospice vervoerd. ‘Hij mag nog niet naar huis’, meldt zijn buurvrouw een tikkeltje verongelijkt.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account