Euthanasie bij vergevorderde dementie is een drijfzandonderwerp, schrijft Rob. Dat is altijd al geweest, en dat zal ook altijd zo blijven.
Dankzij de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie was het onderwerp plots weer volop in het nieuws: euthanasie bij vergevorderde dementie. Het mocht van een van die Toetsingscommissies, ook als de persoon met dementie geen flauw benul heeft van wat de arts op dat moment aan het doen is: hem of haar doden.
Euthanasie bij vergevorderde dementie is een drijfzandonderwerp. Altijd al geweest, en dat zal ook altijd zo blijven. Voornaamste reden daarvoor is de altijd bestaande onzekerheid.
Onzekerheid – bij omstanders als de familie, de arts, de verpleegkundige et cetera – over de vraag in hoeverre iemand met dementie lijdt, en ook dusdanig lijdt dat het overeenkomt met wat die persoon mogelijk eerder in een wilsverklaring heeft omschreven als ‘ondraaglijk’.
En onzekerheid – bij de familie, de arts, de verpleegkundige, et cetera – over de vraag wie je nou eigenlijk voor je hebt: de persoon die ooit eens te kennen heeft gegeven dat hij of zijn in bepaalde omstandigheden dood wil worden gemaakt via euthanasie, of de persoon van nu, die die wens niet meer kan herhalen, en mogelijk niet eens weet dat die die wens ooit gehad heeft. Laat staan dat die weet dat het resultaat van die wens – de bereidwillige dokter met de dodelijke spuit – voor zijn of haar neus staat.
Een Toetsingscommissie had een tijdje geleden een euthanasiecasus voorgelegd gekregen waarbij de dokter wat slaapmiddel in de koffie moest doen om de euthanasie te kunnen uitvoeren. ‘Onzorgvuldig’, zei de Toetsingscommissie. Ook de Tuchtrechter kwam met een berisping. Het Openbaar Ministerie is zich nog over de zaak aan het buigen.
Nu is een soortgelijke casus door de Toetsingscommissie wél zorgvuldig bevonden. Ook hierbij moest de persoon met dementie eerst een slaapmiddel toegediend krijgen. Belangrijke reden om de handeling van de arts nu wel zorgvuldig te noemen was dat de wilsverklaring duidelijker zou zijn geweest dan bij de ‘koffie-euthanasie’.
Het wordt er niet bepaald duidelijker op. Misschien moeten we gewoon eens ophouden met die wilsverklaringen. Of in ieder geval ophouden met het alsmaar grotere belang dat we daaraan hechten. In zo’n verklaring schrijf je iets over een – op dat moment – volslagen ongewisse toekomst. Vroeger wilde ik badmeester worden, daarna leraar geschiedenis en vervolgens journalist. En momenteel overweeg ik me te oriënteren op een bestaan als boswachter. Met andere woorden: wensen veranderen nogal eens. Dat kan in een split second gebeuren, zonder dat je daarvan direct melding maakt in een wilsverklaring. Hoe kan het in hemelsnaam zo zijn dat iemand die het zelf niet meer kan zeggen zich in de ogen van omstanders moet houden aan wat die persoon vroeger ooit eens gewild heeft? Alsof iemand mij nu gaat dwingen badmeester te worden, want tja, dat heb je vroeger gewenst.
Ik vind het beangstigend dat wilsonbekwame mensen geëuthanaseerd kunnen worden op basis van het inschattingsvermogen van omstanders. Het hellende vlak van de euthanasie – in vijftien jaar tijd van uitsluitend terminale patiënten naar óók psychiatrische patiënten en mensen met dementie in een vroeg stadium – wordt daarmee een zeepbaan. We zijn nog maar een klein stapje verwijderd van euthanasie op sociale indicatie.
Welke verstandelijk gehandicapten zijn er aan te wijzen die evenmin van het leven lijken te (kunnen) genieten? Ze zijn hun leven niet zeker. Mark my words.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account