Fixeren is uit. Tenminste, dat meldt het nieuws.
Fixeren wordt ingezet om gevaren te voorkomen, maar heeft alleen vorig jaar al acht gevaarlijke situaties opgeleverd. Ik heb het erover met mijn collega’s. ‘Wat moet je?’ vraag ik.
In onrustig Nederland waar zorgpersoneel volop klaagt over personeelstekort, kun je bij een onrustige patiënt niet rustig naast een bed gaan zitten. En als mijn patiënt dan niet gefixeerd met thoraxdrain uit bed valt en zónder drain op de grond belandt… Wat is dan meer gevaarlijk?
Nee, fixeren is uit. Flexibel en creatief als wij verpleegkundigen zijn, moet er iets beters te bedenken zijn. Mijn collega’s en ik hebben het zo opgelost. Laat staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid, die het fixeren wil afschaffen, maar even naast het bed gaan zitten. Of mantelzorg moet voortaan min of meer verplicht worden. Een delierscorelijst aanleggen. Bij een score boven de ‘zoveel’ móet partner of kind blijven slapen. Ineens is iedereen voor sederen. Dan de geest maar binden. Een diep slapende patiënt ligt nou eenmaal stil in bed. Maar op mijn longafdeling kun je niet lukraak sederen. En willen we dat?
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dreigt met maatregelen en tuchtrechtelijke vervolging van fixeerongevallen. En terecht. Je moet goed weten wat je bindt en op welke manier. Maar fixeren uitbannen…
Ik werkte als leerling in een verpleeghuis. Een bewoonster daar werd ’s ochtends op een stoel geholpen met een plank eraan vast getimmerd. Zij kon zo de stoel niet van tafel schuiven. Dat is gemeen en mensonterend, vrijheidbeperkend en beestachtig. Maar deze vrouw wilde aldoor gaan staan. Zij kon echter niet lopen. Was te zwak en broos. Was al tweemaal bloedend en gebroken op een vloer gevonden. Moeten ze dát dan weer invoeren in het verpleeghuis?
Afbeelding: Roy Blumenthal
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account