Wijkverpleegkundige Annemiek leest in de media nogal eens dat de maaltijdondersteuning voor cliënten met dementie in de wijk niet wordt vergoed door zorgverzekeraars. Dit is hoe zij het aanpakt.
Mevrouw Bloem woont alleen in een seniorenappartement. Zij heeft Alzheimer maar lijkt zich aardig te redden. Ze heeft een vaste routine in haar dagelijkse gang. Opstaan, koffie en een sigaretje en dan wassen en aankleden. Wij, de wijkverpleging, komen dagelijks in de eerste helft van de ochtend. We kijken of ze de dag goed is opgestart en herinneren haar aan medicatie-inname. Weekboodschappen worden op vrijdag gedaan door een van haar kinderen. Soms loopt ze zelf met haar rollator naar de buurtwinkel voor een half brood of koffiepads. Zelf koken lukt niet meer. Wekelijks worden vier kant-en-klaar-maaltijden gekocht en in de koelkast gezet. Die kan ze zo opwarmen in de magnetron, familie belt haar rond vijf uur om te helpen herinneren. Twee dagen komt een (klein)dochter bij haar koken en mee-eten. Zaterdag brood met soep. Goed geregeld zou je zeggen.
We drinken regelmatig een kopje koffie met mevrouw als ‘het werk’ gedaan is. Een goede gelegenheid voor een praatje en observatie. Mevrouw scharrelt rond in haar keuken en maakt koffie. Ik geef de pillen van de ochtend en spoor haar aan er een glas water bij te drinken. (Dat is alvast 200 cc.) Op het aanrecht staat een vuil bordje met kruimels en een kloddertje jam. (Ze heeft al ontbeten vanochtend.)
De koelkast gaat open en ik kijk mee. Het is nu vrijdag en er staan twee maaltijden. Dat klopt niet, ze zouden op moeten zijn. Ik vraag hoe het warme eten gaat. ‘O, goed hoor! Ik heb altijd wel een restje in de koelkast staan.’ Ze doet de koelkast weer open en laat me de maaltijden zien. Ze vertelt omstandig een warrig verhaal met als motto ‘Goed eten hoor!’
Als ik de lege medicatiezakjes in de prullenbak gooi, zie ik onder de ruim afgesneden broodkorstjes een aardappel, wat groente en een stukje vlees liggen. En een leeg vruchtensapflesje. (Gisterenavond niet veel gegeten, vanochtend ¾ boterham. Het sap van gisteren is op.) Na de koffie vraag ik of ik nog iets kan doen. ‘Nee hoor, ga maar gauw, er wordt vast op je gewacht’, is het antwoord. Ik zet nog een vol flesje vruchtensap op het tafeltje naast de bank waar mevrouw graag zit, rietje erbij, de dop een beetje open gedraaid.
Ik schrijf rapportage. Vink de zorgdoelen waaraan ik tijd heb besteed af:
- Controle medicatiegebruik
- Voeding, drinken
- Begeleiding persoonlijke zorg
- Monitoren: Gezonde voeding. Voeding over de datum
- Observeren: oriëntatie en geheugen
Ik registreer 35 minuten. Besluit aan het eind van mijn route nog even langs te gaan in het kader van preventie. Bel vanmiddag ook nog met de dochter over de maaltijdkeuze. Zo houden we een oogje in het zeil en mevrouw op de been.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account