‘Of ik mee wil lopen om onze eerste coronapatiënt op te halen. Tuurlijk, antwoord ik, maar toch heb ik een vreemd gevoel.’ Een verpleegkundige doet haar verhaal in de blogserie de Frontlinie van Dokter Do.
Het is een doodgewone donderdagochtend, maar dat duurt niet lang. Zoals overal is het coronavirus ook bij ons in het ziekenhuis hoofdonderwerp van de dag. We weten allemaal niet wat we met onszelf of elkaar aan moeten.
Tijdens de dagstart wordt aangegeven dat er twee sluiskamers geïnstalleerd zijn voor eventuele coronapatiënten. Iedereen gaat zoals gewoonlijk aan het werk. Het is een rustige dag, wat ontzettend fijn is omdat we merken dat er behoefte is aan het beantwoorden van vragen en extra aandacht. Het bezoekuur is ingekort, waardoor de eenzaamheid hier heerst.
Telkens als de telefoon gaat, zijn er zeker acht ogen op de oudste van dienst gericht. En ja hoor daar is het moment dan: de eerste coronapatiënt. Ik merk dat iedereen begint te ijsberen. Alle collega’s lopen weg op het moment dat de patiënt gehaald mag worden.
Mijn collega komt naar mij toe en vraagt of ik mee wil lopen. ‘Tuurlijk,’ antwoord ik, want dat doe je voor je collega’s. Toch heb ik onderweg een vreemd gevoel, alsof ik iets aan het doen ben wat mijn moeder mij strikt verboden heeft. Alsof ik een crimineel ga bezoeken.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account