Het was druk dit weekend. Heel druk. Met slechts 20 patiënten en maar liefst 4 ervaren verpleegkundigen. ‘5 patiënten per persoon moet lukken,’ lachte mijn unithoofd vriendelijk op vrijdag.’ Maar het is maar een getal. Een cijfer dat niks zegt over zorgzwaarte en spoedbronchoscopiën, spoedopnames en terminaliteiten.
We verdeelden de buit ’s ochtends. Elk 5 patiënten bleek bijzonder lastig. Precies in het midden van onze afdeling loopt de scheidingslijn tussen team 1 en 2, met verschillende specialisten. Het lot had echter de grens niet zo stijf getrokken. Team 1 had 8 patiënten, team 2 had er 12.
Ik keek op het afdelingsoverzicht en vroeg me hardop af of team 1 niet twee patiënten van team 2 kon overnemen. Dan had ieder team 10 patiënten. ‘Beter van niet,’meende een collega uit het andere team. ‘Maandag moeten jullie weer visitelopen binnen jullie eigen team. Als jullie nou die mappen lezen, kennen jullie de mensen. Wij ondersteunen wel.’
Zonder enige twijfel had ik blind vertrouwen in die belofte, maar ik weet ook hoe het kan gaan. Met 4 patiënten had je het dit weekend al verschrikkelijk druk. Veel tijd voor ondersteuning was er niet over. Door overmacht zou hulp tekortschieten. Team 2 zou het niet gaan redden.
De functieafdeling belde dat we onze acuut-benauwde patiënt mochten brengen voor een bronchoscopie. Ik vroeg of de functieverpleegkundige even mee wilde lopen. ‘Dat was niet gebruikelijk,’ zei ze.
Een cardioloog belde dat ik nú moest komen met mijn almaar verslechterende patiënt. ‘Kunt u de echo hier maken,’ vroeg ik, ‘want mijn patiënt is te ziek om door het ziekenhuis te rijden?’ Maar alleen ic-patiënten werden aan het bed beëchood zei de cardioloog. Gebeurde anders niet, dus nu ook niet.
Hoe kan het dat mensen die weten hoe druk het kan zijn, niet weten hoe fijn het is als ze even hulp bieden? En wat is dat toch, dat we denken in rituelen en daardoor het werk onnodig zwaar houden?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account