De wasbeurt. Waskommen, douchegel, washandjes… check! Handdoeken. De schone handdoeken zijn op. Zoek de handdoeken. Meneer heeft geen schone pyjama meer. Zoek een pyjamajasje. Wondverzorging. Het bakje met verbandmaterialen is leeg. Zoek nieuwe gaasjes. Puffend naar de materiaalkamer. Nieuwe gaasjes, vette gaasjes, barrièrecrème. De barrièrecrème… Op. Zoek de barrièrecrème. Collega Dorien heeft nog een tube zien staan op kamer tien. Op naar kamer tien. Geen tube. Daar staat ‘ie, op kamer elf, in de vensterbank. Natuurlijk. In rap tempo terug naar meneer.
Visite. Gaat niet, meneer moet toiletteren. De arts komt later terug om de wond te bekijken. Medicijnen delen. Zoek de medicijnkar. Die staat op de andere gang. Zoek de glucosemeter. Er ligt er een bij de balie. Wondzorg. Eindelijk alles bij de hand. Zoek de arts. Rondje over de gang. Geen arts. Goed, andere strategie. Eerst het patiëntendossier. Die zit niet in de kar. Diepe zucht. Logisch, het is visitetijd. Zoek opnieuw de arts. De arts is bij een andere patiënt. Samen snellen we terug naar meneer. Weg patiënt. Moest hij nu al voor een x-thorax? De arts fronst zijn wenkbrauwen. Excuses, zwetend voorhoofd, handen in de lucht. ‘Ik speel verstoppertje vandaag.’ Ogen rollen in de kassen. ‘Nou, begin maar met zoeken dan, ik tel tot tien.’
Ook zo genoeg van het verstoppertje spelen? Maak dan kennis met de LEAN-methode.
Dit is zo herkenbaar. Zie mezelf al over de gang rennen op zoek naar alles en iedereen.