Uit een enquête onder ruim 350 wijkverpleegkundigen blijkt dat bijna 40 procent creatief omgaat met indicaties bij maaltijdondersteuning.
Dat meldt De Monitor, dat het onderzoek deed in samenwerking met het Nederlands Wijkverpleegkundigen Genootschap en de beroepsverenigingen V&VN en Voor de Wijk.
Bijna 40 procent van de ondervraagde wijkverpleegkundigen zegt creatief om te springen met zorgindicaties om hun cliënten toch eten en drinken te kunnen geven. Dit doen ze onder meer door de maaltijd te koppelen aan een ander zorgmoment, zoals een toiletbezoek of douchen. Uit de rondgang bleek verder dat een meerderheid van de ondervraagden alsnog maaltijdondersteuning geeft als het niet lukt om dat te regelen via de gemeente of zorgverzekeraar.
Van het kastje naar de muur
De oorzaak ligt volgens De Monitor niet bij de wijkverpleging, maar bij de ondoorzichtige wet- en regelgeving rond maaltijdondersteuning. Verschillende instanties wijzen naar elkaar en sturen de wijkverpleegkundige van het kastje naar de muur. Marjolein Zilverentant van V&VN, Vakgroep Wijkverpleegkundigen, bevestigt dat probleem. ‘Zorgen dat iemand voeding krijgt hebben we verdeeld over verschillende potjes. In principe vergoedt de zorgverzekeraar alles wat aan het lijf gebeurt. En de gemeente is verantwoordelijk voor alles in huis. Maar alles daartussen is een grijs gebied.’
Ondervoeding
Een meerderheid van de wijkverpleegkundigen ziet de gezondheid van haar cliënten lijden onder het oerwoud van regels. Volgens 70 procent verslechtert hierdoor de gezondheidstoestand van haar cliënt en werkt het zelfs ondervoeding in de hand. Volgens Zilverentant is het lastig om het percentage ondervoede cliënten te verlagen. Ze stelt dat ondervoeding wel degelijk een verpleegkundige diagnose is die je kunt indiceren binnen de Zorgverzekeringswet. Probleem is alleen dat de zorg die wordt ingezet om ondervoeding te voorkomen, moeilijk te financieren is.
Duidelijke afspraken
Er zijn zorgverleners die de verhalen van bovenstaande collega’s niet herkennen, stelt De Monitor. Door duidelijke afspraken met alle betrokken partijen te maken, zijn ze in staat om maaltijdondersteuning te bieden. Zorginstellingen spreken vooraf een budget af met gemeente en zorgverzekeraar. Daaruit kunnen ze alle zorg betalen die nodig is. Toch gebeurt dit volgens De Monitor nog op weinig plekken.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account