Hoe passen de organen in het lichaam? Wat ligt er precies achter de borstkas? Hoelang zijn de darmen? Een aantal vragen waar jij waarschijnlijk het antwoord wel op weet. Maar: heb je de organen ook écht gezien of aangeraakt? Dit kan in de snijzaal.
Het gaat om de snijzaal van het Nursing Snijzaalcollege op 26 november 2025 in Nijmegen. Docent en expert klinisch redeneren José Goossens is al zo’n 10 jaar een vaste spreker op dit evenement. Haar sessie verbindt de anatomische kennis die jij deze dag op doet met het klinisch redeneren in de dagelijkse praktijk: ‘Het geeft een beeld bij de klachten die je van patiënten hoort.’
Tijdens het Snijzaalcollege geef jij les in klinisch redeneren. Waarom is ook dit belangrijk?
‘Wat we in mijn sessie doen, is praten over klinisch redeneren, in lijn met wat er die dag te zien is in de snijzaal. Leren over de anatomie, fysiologie en pathologie helpt met het klinisch redeneren in de praktijk. Je leert hoe alles in elkaar zit, en je haalt je kennis weer op. Door het écht te zien in de snijzaal kun je betere keuzes maken rond klinisch redeneren. De eerste indruk van mijn sessie is misschien niet zo “sexy”, maar juist de combinatie van de snijzaal en het klinisch redeneren maakt het een hele waardevolle dag.’
Wil jij meer weten over hoe het menselijk lichaam écht werkt?
Kom dan naar het Nursing Snijzaalcollege op 26 novemeber 2025. Een unieke kans om meer te leren over anatomie, pathologie en fysiologie. Maar ook:
- Bezoek het museum met preparaten van bijvoorbeeld embryo’s of lichamen met afwijkingen na de geboorte.
- Een interactieve sessie aan de hand van casuïstiek: klinisch redeneren.
Voor meer informatie over sprekers en het programma, klik hier.
Hoe draagt de kennis die bezoekers opdoen bij aan beter klinisch redeneren in de dagelijkse praktijk?
‘Het gaat over kritisch denken en manieren vinden om deze denkwijze altijd mee te nemen in het werk. Dus we kijken naar: hoe bewust ben jij van je eigen denksysteem en hoeveel invloed heb je daar zelf op? Wanneer je keuzes maakt voor een patiënt, wil je dat zo bewust mogelijk doen, met een analytische blik op de problematiek. Als er een goede kennisbasis is, maak je automatisch betere keuzes. Die kennis is essentieel voor goed klinisch redeneren.
Tijdens mijn sessie gaan we daarom in op vragen als: Wat is er aan de hand met de patiënt, welke keuzes maak je en waarom? Daarbij komt ook EBP kijken. Hier gaan we niet uitgebreid op in maar je wil wel op basis van de juiste informatie, hulpmiddelen en recente ontwikkelingen, de best mogelijke keuze maken voor de patiënt.’
Je helpt om de medische kennis te koppelen aan observaties, heb je daar een voorbeeld van?
‘Neem bijvoorbeeld pancreatitis, dat is een enorm pijnlijke ontsteking van de alvleesklier. Als je in de snijzaal de alvleesklier écht ziet dan begrijp je beter dat het heel zacht weefsel is. Wanneer dat ontsteekt, kan je je beter voorstellen dat dit pijn doet. Ook de ligging van de nieren verrast vaak: die liggen verder naar achter dan de meeste
mensen verwachten. Dus als een patiënt zegt ‘ik heb rugpijn’, zouden het zomaar de nieren kunnen zijn.’
Is er nog iets dat jij van de bezoekers verwacht?
‘Ik verwacht dat zij er met een open mindset in gaan en dat ze alle kennis goed opnemen. Maar vooral: dat zij deze kennis dan weer meenemen in de dagelijkse praktijk. Een dag als dit moet vooral een toevoeging zijn aan hoe je anders kan denken en handelen. Ik hoop en verwacht dat ze dingen leren die ze direct kunnen toepassen op hun eigen werkplek.’
Dus zeker als je het nog nooit gedaan hebt, of je vindt het misschien spannend, mijn tip is: ga het echt doen. Wanneer je de snijzaal uitloopt dan hoop ik dat je denkt: dit was heel tof en waardevol.’
Hallo,
Wordt hier klinisch redeneren niet verward met ‘klinische blik’? Of komt het beiden aan bod en worden de verschillen hier duidelijk?
Klinisch redeneren door de verpleegkundige heeft naar mijn idee vooral te maken met het verpleegkundige proces van diagnosticeren o.b.v. verpleegkundige problemen, het definieren van de juiste zorgresultaten en interventies, dit plannen, vervolgens uitvoeren en evalueren waarna het cirkeltje van voren weer begint. Ofwel: het verpleegkundig proces volgen.
In de beschrijving van dit congres lees ik over verdieping in de anatomie, fysiologie en pathologie (wat ook voor een verpleegkundige reuze interessant is!) maar niets zegt over ‘klinisch redeneren’. Om die reden vind ik dat het gebruik van deze term in het adverteren van dit congres niet klopt en eerder aangepast zou kunnen worden in bv het verruimen van de klinische blik.
Niels Schram