Dit is een bijdrage van Nursing congressen en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Klinisch redeneren helpt snel en goed te communiceren met artsen, ondersteunt een meer gelijkwaardige samenwerking en draagt bij aan de kwaliteit van zorg. Toch leven er nog veel misvattingen over. Docent Margreet van der Pol zet de 5 meest gemaakte denkfouten op een rijtje.
#1 ‘Ik vind het lastig mijn niet-pluisgevoel met feiten te onderbouwen’
‘Juist hiervoor is door ons ontwikkelde Time OuT-praktijkmodel zo geschikt’, vertelt Margreet van der Pol. Zij werkt sinds 1984 in de zorg: eerst als IC-verpleegkundige en de laatste jaren als docent verpleegkundige vervolgopleidingen en in Klinisch Redeneren bij VUmc Amstel Academie. ‘Met dit praktijkmodel neem je even een time out om jouw gevoel gestructureerd onder woorden te brengen in drie stappen: observeren, analyseren en communiceren. Zo benoem je wat je ziet en voel en koppel je dit aan je medische kennis. Wat zie je en wat weet je nog meer over de patiënt? Als je een inventarisatie hebt gemaakt, kun je analyseren wat de volgende stap moet zijn: wat moet er nu gebeuren en wie is daarvoor nodig?’
#2 ‘Ik heb geen tijd om een heel stappenplan door te lopen’
‘Daarom bestaat het stappenplan ook uit slechts drie stappen’, lacht Van der Pol. ‘Natuurlijk zijn er acute situaties waarin er geen tijd is, zoals een reanimatie. Toch wil de dokter wel graag weten waarom je belt. Dan wil je meer kunnen zeggen dan: ‘het gaat niet goed’. Liever geeft je aan wat je ziet: dat de patiënt buiten bewustzijn raakt, zijn hartfrequentie heel laag is of de bloeddruk snel daalt. Het stappenplan maakt dat makkelijk, met klinische aandachtspunten waar we de paramaters aan koppelen. Aan het begin kost het werken vanuit deze denkwijze tijd. Maar net als met een auto besturen gaat het steeds meer vanzelf. Na verloop van tijd weet je ook wat relevant is om op te letten en door te geven. Zo kun je op gelijkwaardig niveau het gesprek aangaan.’
#3 ‘Als het slechter gaat met een patiënt, beslist de arts wat er moet gebeuren’
‘Maar wij staan aan het bed en de arts niet’, reageert Van der Pol. ‘Dat maakt de verpleegkundige een onmisbare schakel voor goede kwaliteit van zorg. Onze observaties zijn waardevol voor de arts om tot een beleid te komen. Ook in een multidisciplinair of interprofessioneel overleg is gemeenschappelijke taal over hoe het met de patiënt gaat, cruciaal om tot een passende behandeling te komen. We willen toch verpleegkundig leiderschap en meer zeggenschap? Dan moeten we dat ook laten zien. De arts beslist, maar de verpleegkundige denkt mee vanuit feitenkennis.’
#4 ‘Als ik iets zie, handel ik vanuit mijn intuïtie en ervaring’
‘Dat hoor ik vaak’, reageert Van der Pol. ‘Maar dan nog is het belangrijk dat je kunt onderbouwen waarom je iets wel of niet doet. Uiteindelijk moet je je handelen ook kunnen uitleggen: aan jezelf en collega’s, maar bijvoorbeeld ook aan leerlingen. Het model voorziet daarin. De derde stap is communiceren. Dat geldt voor hoe je in gesprek gaat met het zorgteam over het te volgen beleid, maar ook om achteraf je handelen te evalueren. Had het zo moeten gaan? Heb je het goed gedaan? En waar zit eventueel nog ruimte voor verbetering? Met de vragen uit het Time-OuT model leer je om je soms automatische handelingen toch goed onder woorden te brengen in een nabespreking of klinische les.’
#5 ‘Ik kan niet allerlei metingen doen’
Dit model is geschikt voor elke setting: of je nu in de thuiszorg, de verloskundigenzorg of de IC-zorg werkt’, zegt Margreet van der Pol. ‘Je kunt namelijk ook zonder parameters al veel gegevens verzamelen door te kijken, luisteren en voelen. Ziet je patiënt grauw, voelt hij klam aan, houdt hij vocht vast, is hij kortademig, heeft hij blauwe vingers of een hoge temperatuur? Met die informatie kun je meedenken over wat er moet gebeuren, bijvoorbeeld een bloedafname of extra zuurstof. Ik ben ervan overtuigd dat klinisch redeneren je werk vooral leuker en makkelijker maakt. Je leert gestructureerd denken, net wat beter uitpluizen wat er speelt bij een probleemsituatie en snapt waar het aan ligt. Dat draagt bij aan een fijnere samenwerking met de arts een betere zorg voor je patiënt.’
Ontdek de fijne kneepjes
Wil je ook Klinisch Redeneren in de vingers krijgen? Kom dan naar de Masterclass Klinisch redeneren. Van docent Margreet van der Pol leer je werken met het model aan de hand van allerlei casuïstiek. Onmisbaar voor jouw vak. Bekijk hier het programma!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account